Numbers 13:16

Inleiding

In Numeri 11 zien we bij het volk van God een verlangen om naar Egypte terug te keren. Iemand die terugverlangt naar de wereld – waarvan Egypte een beeld is –, bewijst dat hij het ware karakter van de wereld niet kent. In Numeri 13 komt een nieuw probleem naar voren: hoe denkt het volk over het beloofde land. Het zal blijken dat ze, zoals ze Egypte niet kennen, zo ook het beloofde land niet kennen. Ze zijn net zo ongelovig ten aanzien van de heerlijkheid die voor hen ligt, dat is van het land Kanaän, als zij het zijn ten aanzien van Egypte dat ze hebben verlaten. Hetzelfde geldt ten aanzien van de woestijn waar ze doorheen trekken.

Het kenmerk van Israël is dat ze meer vrezen voor de vijanden dan voor de HEERE. Dat is er de oorzaak van dat ze alleen denken aan de aangename dingen van Egypte als ze aan dat land terugdenken. Daar stellen ze de onaangenaamheden van de woestijn tegenover. Daarom verlangen ze terug naar Egypte. Nu ze voor het beloofde land staan, is het andersom. Ze zien op tegen de moeilijkheden die de verovering van het land met zich meebrengt en willen het niet gaan veroveren. Zo verachten ze de zegeningen ervan die de HEERE aan hen heeft voorgesteld. Ze zien de zegeningen niet, zijn die vergeten, omdat ze zich blindstaren op de moeite die het zal kosten die zegeningen in bezit te nemen.

De twaalf verkenners

In Deuteronomium 1 staat dat het volk zelf vraagt om verkenners te sturen: “Toen kwam u allen naar voren, naar mij toe, en zei: Laten wij mannen voor ons uit sturen, die het land voor ons verkennen en ons verslag uitbrengen langs welke weg wij het moeten intrekken en bij welke steden wij zullen komen” (Dt 1:22). God geeft ze hier hun zin. Hij kent hun verlangens. Ze willen het gaan verkennen om het te vergelijken met hun eigen krachten. God beveelt hun in overeenstemming met hun verlangens, opdat ze de resultaten ervan zullen ervaren. Het is ermee als met het aanstellen van een koning in Israël. De HEERE geeft de opdracht aan Samuel om een koning aan te stellen, maar dat is omdat het volk een koning wil (1Sm 8:22a).

De naamsverandering van Hosea door Mozes is veelzeggend. Hosea betekent ‘heil’ of ‘verlossing’, Jozua betekent ‘Jahweh is verlossing’. Mozes geeft hiermee aan wat God zal gaan doen en dat de kracht van het volk in Hem te vinden is. Hij zal die verandering van naam luid en duidelijk hebben uitgesproken als een bemoediging voor het volk. Deze naamsverandering laat ook de speciale band zien die bestaat tussen Mozes en Jozua, tussen een oude man Gods en een jonge man Gods.

Copyright information for DutKingComments