Numbers 31:3

Wie ten strijde moeten trekken

De HEERE spreekt over de wraak voor de Israëlieten op de Midianieten (Nm 31:1-2). Als Mozes erover spreekt, heeft hij het over de wraak van de HEERE (Nm 31:3). Met een klein deel van het volk moet er tegen de vijand worden gestreden, opdat duidelijk zal zijn dat God de overwinning heeft gegeven (vgl. Ri 7:2). Het hele volk, elk onderdeel ervan, moet een aandeel in die strijd hebben. Elke stam levert evenveel mannen.

De aanvoerder is niet Jozua maar Pinehas, de priester. De omstandigheden van het falen van het volk vereisen dat. Een priester is aanvoerder van deze strijd omdat deze strijd reiniging moet bewerken van de besmetting die over Israël is gekomen door de verbinding met Midian. Pinehas leidt de strijd omdat hij zich al eerder heeft onderscheiden in de strijd tegen Midian (Nm 25:6-8). Hij heeft zijn zwaard al een keer ten oordeel over Midian gebruikt. Als wij ons laten meeslepen, weg van God, en we willen terug, dan moet Pinehas voorop, met het zwaard. Hij is de man die de heiligheid van God kent.

Pinehas weet dat de overwinning van de HEERE moet komen. Daarom heeft hij de trompetten bij zich, opdat de HEERE die zal horen (Nm 10:9). Priesters kunnen alarm blazen en Gods hulp inroepen in deze noodzakelijke strijd. Met “de heilige voorwerpen” worden waarschijnlijk de trompetten bedoeld. Dat ze daarna nog worden genoemd, betekent dan dat “de trompetten” een nadere omschrijving van die heilige voorwerpen zijn. Het lijkt niet waarschijnlijk dat met “de heilige voorwerpen” bijvoorbeeld de urim en de tummim (Ex 28:30) worden bedoeld, omdat Pinehas nog geen hogepriester was.

Copyright information for DutKingComments