Proverbs 1:4-5

Schranderheid, kennis en bedachtzaamheid

In dit vers noemt Salomo de twee soorten mensen tot wie hij zijn onderwijs in het bijzonder richt en van wie hij door zijn onderwijs het karakter wil vormen. Als zij luisteren naar zijn onderwijs, zullen ze geestelijk voorspoedig zijn. We kunnen zeggen dat het boek Spreuken de sleutel tot succes is. Wie ernaar luistert, dat wil zeggen het onderwijs ervan ter harte neemt, weet hoe hij zijn weg moet gaan, wat de verstandigste weg is. Het is de weg waarop God Zijn zegen kan geven.

De “onverstandigen” zijn de eerste soort. Zij zijn onnozel, naïef, onnadenkend, dom. We mogen hen niet vereenzelvigen met de dwazen. De onverstandige leeft het leven zoals het op hem afkomt. Hij maakt zich nergens druk om en denkt nergens over na. Dat houdt in dat hij zich gemakkelijk laat verleiden tot het gaan van een verkeerde weg.

De “jongeman” behoort tot de tweede soort. Omdat hij jong is, ontbreekt het hem aan ervaring. Hij kan nog niet weten wat het leven allemaal in zich heeft en is daardoor kwetsbaar en gemakkelijk te verleiden tot een verkeerde weg.

De onverstandigen en de jongeman moeten ertoe komen God te vrezen. Dan zal Hij hen door dit boek onderwijzen aangaande de weg die zij moeten kiezen (Ps 25:12).

De wijsheidsleraar wil door zijn onderwijs de onverstandige “schranderheid” geven. Schranderheid is slimheid of scherpzinnigheid. Als de onverstandige de schranderheid gebruikt die hem wordt gegeven, zal hij op uitgekiende wijze weten te handelen. Daardoor levert zijn keus geen schade voor zichzelf op, maar integendeel voordeel (Sp 22:3). Hij weet hoe hij de valkuilen van het leven moet vermijden. Als hij niet naar het onderwijs van de wijze luistert, maar zich inlaat met dwazen, wordt hij een dwaas.

Voor de jongeman heeft de wijsheidsleraar “kennis en bedachtzaamheid” op het oog. Omdat het een jongeman aan kennis van het leven ontbreekt, is het onderwijs erop gericht hem bekend te maken met de geheimen van het leven. Jongemannen menen soms veel kennis te hebben, maar het is slechts kennis uit boekjes. Ze praten vaak als een kip zonder kop. Ze kunnen gewoon nog niet weten wat het leven inhoudt. In dit gebrek wordt door het spreukenboek op meer dan voortreffelijke wijze voorzien.

Als het gebrek aan kennis is weggewerkt door het tot zich nemen van het onderwijs van de inhoud van dit boek, is het vervolgens belangrijk die kennis op de juiste manier en de juiste tijd toe te passen. Daarom wordt hier aan de kennis direct de “bedachtzaamheid” gekoppeld (vgl. 2Pt 1:6a). Bedachtzaamheid is bezonnenheid, nadenkendheid of zelfbeheersing. Wie bezonnen is, denkt eerst na voordat hij iets doet of zegt. Hij zal niet overijld handelen of spreken, maar wachten op de juiste tijd.

Wijs en verstandig

Niet alleen de onverstandige en de jongeman doen hun voordeel met dit boek, maar ook ieder die al “wijs” en “verstandig” is. Wijs en verstandig worden houdt nooit op. Wie echt wijs en verstandig is, zal niet zeggen dat hij dit is, maar heeft het verlangen om daarin steeds meer onderwezen te worden. We kunnen altijd wijzer en verstandiger worden, we kunnen altijd meer op Christus gaan lijken. Gods wijsheid is oneindig en Zijn verstand is ondoorgrondelijk. Het boek is voor ieder die de weg van de wijsheid en het verstand nog niet gaat een aansporing om die weg te gaan. Het boek is voor ieder die deze weg al heeft gekozen een handleiding voor het vervolgen van die weg.

Als we wijs zijn en de weg van de wijsheid zijn ingeslagen, kunnen we des te beter horen wat de onderwijzer zegt. “Horen” of luisteren is een geweldig middel om te leren. Eerst horen, dan doen. Als we horen, zullen we “inzicht vermeerderen”. God wil niet dat we stilstaan, maar dat we geestelijk blijven groeien en steeds toenemen in de kennis van Zijn gedachten. Inzicht is het begrijpen van het verband waarin een bepaalde zaak staat en het overzien van de elementen die allemaal meespelen (vgl. 1Kr 12:32).

“Wijze raad verwerven” is een activiteit om goede adviezen en wijze raadgevingen in te winnen om tot een goede afweging te komen en vervolgens een goede beslissing te kunnen nemen. Wie verstandig is, zal zijn best doen om goede adviezen en wijze raadgevingen te verwerven. Verwerven duidt op inspanning. De verstandige ziet de waardevolle betekenis van het inwinnen van wijze raad in en zal zich voor overleg inzetten. Hij gaat niet op zijn eigen inzichten af (Sp 3:5b).

Copyright information for DutKingComments