Proverbs 12:26

Een goed woord en raad vragen

“Bezorgdheid” kan iemand zo in beslag nemen, dat hij een bezwaard hart heeft en terneergedrukt zijn weg gaat (Sp 12:25). Zijn geest kan zich met niets anders meer bezighouden dan met die bepaalde zorg of zorgen. Hij komt er niet los van. Als het zijn hart in bezit heeft genomen, beïnvloedt het al zijn bezigheden en denken. Zijn vreugde is weg. De toekomst is somber.

Hoe bemoedigend, zelfs verblijdend, is dan “een goed woord”. Het gaat niet om allerlei goedbedoelde raadgevingen om de dingen anders te zien, want dat kan zo iemand niet. De problemen, de zorgen, blijven. Een goed woord is een woord waaruit medeleven blijkt. Het is een vriendelijk en niet een vermanend woord. Het is iets zeggen wat de persoon nodig heeft om weer het juiste perspectief te krijgen en hoop en vertrouwen te vernieuwen.

Barnabas was een man van vertroosting die anderen bemoedigde (Hd 4:36). Als we ertoe kunnen komen boven de moeilijkheden uit naar de Heer Jezus te kijken, komen de zorgen in een ander perspectief. We kunnen dan blij worden dwars door de zorgen heen, omdat we dan Hem zien Die heeft gezegd: “Weest niet bezorgd” (Mt 6:25-34). We mogen onze bezorgdheid op Hem werpen, want Hij zorgt voor ons (1Pt 5:7; Ps 55:23).

De eerste versregel van Sp 12:26 is op meerdere manieren te vertalen. Een vertaling die recht doet aan de tegenstelling in de tweede versregel, is: “De rechtvaardige begeleidt zijn naaste juist.” De goddelozen doen het tegendeel. Zij misleiden zichzelf en anderen, waardoor ze gaan dwalen en op de verkeerde weg terechtkomen. De algemene strekking is dat de rechtvaardige goede aanwijzingen geeft, terwijl de goddelozen zichzelf en anderen in moeilijkheden brengen.

Copyright information for DutKingComments