Proverbs 17:28

Controle over de tong

De eerste versregel van Sp 17:27 gaat over het in toom houden van de tong om geen ondoordachte en ontijdige dingen te zeggen. Letterlijk staat er dat hij ‘zijn woorden spaart’. Wie dat doet, blijkt “kennis van zaken” te hebben. De tweede versregel gaat over bezonnenheid, letterlijk ‘een koele geest’. Dat is het tegendeel van heetgebakerd zijn. “Iemand met inzicht” zal zijn geduld niet verliezen en niet verhit raken tijdens een discussie. We leren hier dat we om kalmte, bedaardheid, zelfbeheersing en terughoudendheid te hebben, kennis en inzicht moeten ontwikkelen.

De wijze heeft een bron van kennis in zich. Die kennis heeft hij opgedaan omdat hij wijs is. Dat hij die kennis nu heeft, betekent dat hij wijs is en weet wat hij wel en vooral ook wat hij niet moet zeggen. Hij zal zich niet op zijn kennis beroemen en een man van weinig woorden zijn. Hij is geduldig en wacht af wanneer het Gods tijd is om iets te zeggen.

Zwijgen is een teken van wijsheid (Sp 17:28). Zelfs een dwaas lijkt wijs en wordt wijs geacht als hij zwijgt, dat wil zeggen door wie hem niet kent. In elk geval verbergt hij zijn dwaasheid door te zwijgen. Als dit al voor de dwaas geldt, hoeveel te meer geldt dan voor de wijze dat zijn zwijgen bewijst dat hij een wijze is. Natuurlijk wordt de dwaze niet wijs; hij verbergt alleen zijn dwaasheid. De dwaas kan wel zwijgen en de indruk geven dat hij wijs is, maar God kent zijn hart en ook de wijze zal zich niet laten misleiden.

Copyright information for DutKingComments