Proverbs 23:12

Hernieuwde oproep om te luisteren

Deze spreuk of vermaning aan het adres van de zoon is weer een inleidende vermaning en herinnert aan de manier waarop menig gedeelte in het eerste hoofddeel (Spreuken 1-9) begint (Sp 1:8; Sp 2:1; Sp 3:1; Sp 4:1; Sp 5:1; Sp 6:20; Sp 7:1; Sp 8:1-6). Ook het gedeelte van de woorden van wijzen begint ermee (Sp 22:17). De zoon moet zijn hart voor vermaning openen en goed luisteren naar de kennis die hem door zijn vader en moeder wordt bijgebracht. Het is een activiteit die van de zoon wordt gevraagd.

“Komen” is een daad, een activiteit, die gevraagd wordt. Iemand moet zelf komen. Daarbij gaat het niet om een lichamelijke beweging, maar zijn hart en zijn oor moeten komen. Het is niet lijdzaam afwachten of iets komt, een bepaald gevoel of iets dergelijks. Het hart en het oor moeten zich afwenden van alles waarmee ze bezig zijn om zich te wijden aan het onderwijs van de wijsheid.

Copyright information for DutKingComments