Proverbs 25:26

Wat wel en wat geen dorst lest

Goed nieuws dat van ver komt en waar lang op is gewacht, heeft hetzelfde effect als “koud water op een vermoeide ziel” (Sp 25:25). “Een goed bericht” verfrist en verkwikt iemand die smacht naar nieuws van een geliefde die is vertrokken naar een ver land. Toen de communicatiemiddelen die we nu hebben er nog niet waren, vergde het de nodige tijd voordat er voor de achterblijvers nieuws kwam (vgl. Gn 45:27; 1Th 3:5-8). Het tijdsaspect speelt nu niet meer zo’n grote rol, maar een goed bericht dat ons via de moderne media bereikt binnen een seconde nadat het is verzonden, heeft voor een geliefde hetzelfde effect. Een goed bericht verandert het leven.

Het goede bericht uit een ver land kunnen we ook toepassen op het evangelie. Het woord ‘evangelie’ betekent letterlijk ‘goed nieuws’. Het evangelie is uit een ver land, de hemel, tot ons gekomen. Dat hebben de herders ervaren toen een boodschapper uit de hemel tegen hen zei: “Ik verkondig (letterlijk: evangeliseer) u grote blijdschap … want u is heden een Heiland geboren, Die Christus [de] Heer is” (Lk 2:10-11). In het evangelie wordt het levenswater aangeboden aan ieder die dorst heeft. Wie dorst heeft, mag er gratis van drinken (Op 22:17).

De Heer Jezus zegt tegen de vermoeide ziel: “Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven” (Mt 11:28). Wie vermoeid is door het leven en gebukt gaat onder de last van zijn zonden, kan bij Hem rust en verkwikking vinden. Het evangelie is de grootste dorstlesser en veranderaar van het leven. Het is een aansporing om het goede nieuws door te geven aan iedere vermoeide ziel.

Tegenover het koude, verkwikkende water staat “een vervuilde bron”, bijvoorbeeld doordat er dieren doorheen gelopen zijn (vgl. Ez 34:18b), en “een verdorven fontein”, bijvoorbeeld doordat er iets doods in is gevallen (Sp 25:26). Ze zijn een rampscenario voor de oosterling die door de hete woestijn op reis is. Als hij vermoeid en dorstig bij een dergelijke bron of fontein komt, ziet hij tot zijn ontsteltenis dat hij het water uit die bron, dat hij zo nodig heeft, niet kan drinken. Het smaakt niet alleen vies, maar het is vaak ook vergiftigd, waardoor ervan drinken schadelijk is voor het lichaam en uiteindelijk dodelijk kan zijn.

De wijze Salomo gebruikt dit beeld om een rechtvaardige te beschrijven die in de aanwezigheid van een goddeloze zijn standvastigheid in het geloof door angst of gunst verliest. Dit is net zo ontmoedigend als het vinden van een vervuilde bron waar je graag je dorst wilt lessen. Lot was zo’n rechtvaardige (2Pt 2:7) die voor de ogen van een goddeloze wankelde. Hij bevond zich in Sodom. Dat was een vervuilde bron en een verdorven fontein waaruit hij zoveel had gedronken, dat hij zelf zo’n verdorven fontein was geworden (Gn 19:4-23; 30-38). Hij kon voor anderen geen verkwikking zijn. Wat bij Lot zijn levenswijze was, is bij Jakob als incident ook voorgekomen, in een ontmoeting met zijn goddeloze broer Ezau (Gn 33:3).

Het bovenstaande is vandaag van toepassing op christenen die in de wereld opgaan. Zij behoren een bron van leven voor anderen te zijn, maar ze leven een werelds leven. Wat zij te zeggen hebben, komt uit een vervuilde bron en een verdorven fontein. Zij zijn niet in staat anderen te verfrissen. Als zij in moeilijkheden komen, wankelen zij, terwijl de goddeloze dat ziet. Zij zijn een antigetuigenis. Het kan gebeuren met mensen die in de politiek gaan, het zakenleven ingaan of gaan studeren. Ze komen in aanraking met allerlei verkeerde dingen of leringen, bijvoorbeeld de evolutietheorie. Als ze daardoor beïnvloed worden, worden ze als een vervuilde bron en een verdorven fontein.

Copyright information for DutKingComments