Proverbs 27:18

Scherpen en bewaken

De mens is niet geschapen om alleen te zijn, maar met anderen. Hij is een sociaal wezen en heeft anderen nodig om hem mens te laten zijn. Een van de aspecten van samen zijn is het scherpen van elkaars inzichten en gedachten door met elkaar te praten. “Gezicht” staat hier voor de persoonlijkheid of het karakter van de persoon (Sp 27:17). De vergelijking met het scherpen van ijzer met ijzer laat zien dat het om twee gelijkwaardige materialen gaat. Als twee mensen met elkaar over een onderwerp praten en ook goed naar elkaar luisteren, verscherpt dat het inzicht van beiden over dat onderwerp. Het is een win-winsituatie.

Het gaat om het scherpen van karakter en inzicht. Een karakter wordt grotendeels gevormd door contacten met anderen. Vrienden hoeven het niet altijd met elkaar eens te zijn, maar door ergens over te praten winnen beiden aan inzicht. Het scherpt hen in hun overtuigingen en verwijdert tegelijk de scherpe kanten.

Dat omgang vormend werkt, geldt op bijzondere wijze in onze omgang met onze broeders en zusters met wie we gedachten over Gods Woord delen. Als we delen wat we van Gods waarheid hebben leren kennen, is dat een aanscherping van het geloof van allen. Het geeft een scherper inzicht in Gods gedachten, waardoor we ook met meer inzicht Hem en elkaar kunnen dienen.

In Sp 27:18 gaat het om de zorg van het werken aan onze relaties, zodat er niet alleen een beter inzicht en karakter ontstaat (Sp 27:17), maar in aansluiting daarop vruchtbaarheid en dienstbaarheid. Het gaat niet om scherpen of slijpen, maar om verzorgen en trouw dienen. De verzorging van een vijgenboom is een zaak die aandacht vraagt. Voldoende en gepaste verzorging hebben als resultaat dat de verzorger zijn vrucht zal eten. Dat is zijn beloning.

De vergelijking wordt getrokken met iemand die zijn heer bewaakt. Wie dat trouw doet, zal zich er geen zorgen over maken of zijn inspanningen herkend en beloond zullen worden (vgl. Sp 22:29). Paulus was een ijverige en trouwe dienaar die alles wat zijn Heer hem aan waarheden had toevertrouwd, heeft bewaakt. Hij heeft er niets van prijsgegeven. Hij wist dat de Heer hem daarvoor zou eren met een kroon (2Tm 4:7-8). Zo zal de Heer ieder op een passende wijze belonen voor de trouw waarmee hij of zij Hem heeft gediend (1Sm 2:30; Mt 25:21; 23; Jh 12:26).

Copyright information for DutKingComments