Proverbs 7:8

Het slachtoffer

In de Sp 7:6-23 geeft de vader een van de levendigste beschrijvingen van de verleiding tot zonde die we in de Schrift hebben. Hij geeft een ooggetuigenverslag, niet als een gluurder, maar als een leraar. Zijn verslag stelt de zonde niet als aantrekkelijk voor, maar bevat een ernstige waarschuwing om de zonde te ontwijken en te ontvluchten.

We vinden er de elementen in waarvoor hij eerder heeft gewaarschuwd:

1. verkeerd gezelschap (Sp 1:10-19),

2. doelloos rondhangen (Sp 6:6-10),

3. plaatsen waar de verleiding loert (Sp 5:8) en

4. vooral het niet luisteren naar de woorden en geboden van de ouders (Sp 4:1; 10; Sp 5:1; 7; Sp 6:20-22).

Het scenario van de ramp is als zo vaak een combinatie van het verkeerde gezelschap op de verkeerde plaats op de verkeerde tijd. Deze combinatie geldt alleen voor hen die zich niet laten waarschuwen door de Wijsheid.

In het ooggetuigenverslag vinden we

1. het slachtoffer in de Sp 7:5-9,

2. de verleidster in de Sp 7:10-12,

3. de verleiding in de Sp 7:13-20 en

4. de capitulatie van het slachtoffer in de Sp 7:21-23.

De vader begint zijn verhaal met te zeggen dat hij thuis was en door het getraliede venster naar buiten keek (Sp 7:6). Vervolgens gaat hij beschrijven wat hij zag toen hij naar beneden keek. Hij zag een groep “onverstandigen”, een groep argeloze, onervaren jongeren, die langs de weg slenterde (Sp 7:7). Onder die jongeren viel zijn aandacht op “een jongen zonder verstand”, letterlijk ‘een jongen zonder hart’ of ‘een jongen die het ontbreekt aan gezond verstand’, een leeghoofd, een domkop.

Al slenterend stak deze jongen doelbewust de straat “bij haar hoek” over en ging langzaam “in de richting van haar huis” (Sp 7:8). Het is een actie die plaatsvindt onder dekking van de duisternis (Sp 7:9). Er worden maar liefst vier verschillende woorden gebruikt om de duisternis te beschrijven. Het is in de schemering op de avond van de dag, na zonsondergang, waardoor het in het oosten heel snel middernacht lijkt, gezien de direct invallende donkerheid.

Zowel zijn doelloosheid als de donkerheid ontneemt hem het geestelijke inzicht om het gevaar te zien waaraan hij zich blootstelt. Daarom is hij niet in staat om te doen wat Jozef deed en dat is de hoererij ontvluchten (Gn 39:7; 10-12; 1Ko 6:18). Het is niet mogelijk, voor wie dan ook, om in een dergelijke situatie stand te houden. De enige optie is vluchten.

Copyright information for DutKingComments