Psalms 11:4

De troon van de HEERE

“Voorzeker” is een krachtige uitdrukking, waarmee wordt gezegd dat het geen enkele twijfel lijdt. Het lijdt geen twijfel dat “de fundamenten worden omvergehaald” als de rechtmatige koning niet regeert, maar wordt vervolgd (Ps 11:3). Onder de fundamenten kunnen we recht en gerechtigheid verstaan, de wetten die God heeft uitgevaardigd die het openbare leven in goede banen moeten leiden (vgl. Ps 82:5). Het zijn de fundamenten van de samenleving. Als die fundamenten worden aangetast, zal het huis van de samenleving uiteindelijk instorten en een puinhoop worden.

We zien dat vandaag in de samenleving om ons heen. Als er niet meer naar Gods rechten en wetten wordt geluisterd, als er geen rekening meer met Hem wordt gehouden, ontstaat de chaos waarin de samenleving zich nu bevindt. Wat moet de rechtvaardige doen als dat de situatie is? Kan hij wel wat doen? Kan hij iets ondernemen om het tij te keren. Nee en ja.

Nee, hij kan het ingestorte huis niet weer opbouwen. Ja, hij kan in geloof naar boven kijken, boven zijn raadgevers en vijanden uit, naar de HEERE (Ps 11:4). Hij “is in Zijn heilig paleis” (vgl. Hk 2:20a), in de hemel, waar Zijn troon staat. In Jesaja zegt God: “De hemel is Mijn troon” (Js 66:1). Dat Hij in Zijn “heilig” paleis is, betekent dat Hij afgezonderd is van alle gewoel op aarde. Zijn “troon” houdt in dat Hij regeert en gezag heeft om te oordelen. Hij en Zijn troon zijn door niets aan het wankelen te brengen. Niets is in staat Zijn rust te verstoren of Zijn plannen met de wereld te dwarsbomen.

Op aarde kunnen de fundamenten omvergehaald worden, maar dat is onmogelijk bij “de stad die de fundamenten heeft, waarvan God Ontwerper en Bouwmeester is” (Hb 11:10). Naar die stad ziet de gelovige uit. Hij beseft dat de ware regering in de hemel zetelt, onaantastbaar voor alle gewoel op aarde. De regering over de aarde wordt vanaf de troon in de hemel uitgeoefend, al meent de mens dat hij zelf de touwtjes in handen heeft.

Hij Die in Zijn heilig paleis is en alles vanaf Zijn troon in de hemel bestuurt, gaat met volmaakte kennis van de mens in Zijn regering te werk. Hoewel het erop lijkt dat Hij niets doet, dat Hij afwezig is, ontgaat Hem niets. Hij is niet onverschillig over wat er op aarde gebeurt, maar volledig betrokken bij alles wat “de mensenkinderen”, rechtvaardigen en goddelozen, op aarde doen.

Zijn ogen nemen al het doen en laten van de mensen waar. Met “Zijn blikken” doorgrondt Hij alles, ook de diepst verborgen motieven, want “alle dingen zijn naakt en geopend” voor Hem (Hb 4:13). Niets is verborgen voor Hem “Die in het verborgen kijkt” (Mt 6:4; 6; 18). Zijn ogen zijn “als een vuurvlam” (Op 1:14). Hij kijkt dwars door ons heen.

Copyright information for DutKingComments