Psalms 112:10

Het deel van de goddeloze

De psalmist eindigt de psalm met de reactie van de goddeloze op het handelen van de rechtvaardige en wat er met de goddeloze zal gebeuren. God zal ervoor zorgen dat de goddeloze ziet dat Hij de rechtvaardige eert (vgl. Es 6:6-11). Dat zal de goddeloze “toornig” maken.

Omdat hij aan zijn toorn geen uiting kan geven, zal hij “knarsetandend … wegteren”. Hij zal eeuwig, in nooit eindigende machteloosheid, knarsetanden (Mt 8:12). Zo zal hij voortdurend wegteren zonder ergens steun te hebben. Van “wat de goddelozen verlangen”, wordt niets vervuld. Al zijn plannen vergaan.

Dit slot vormt een groot contrast met het slot van Psalm 111 (Ps 111:10) waarin het lot van de rechtvaardigen wordt bezongen.

Copyright information for DutKingComments