Psalms 115:11

De HEERE is een hulp en een schild

In deze verzen klinkt een drievoudig oproep om op de HEERE te vertrouwen. Er is een oproep aan

1. het verbondsvolk (Ps 115:9),

2. de uitverkoren priesters (Ps 115:10) en

3. de trouwe enkelingen die samen het overblijfsel vormen (Ps 115:11).

Deze oproep komt ook tot ons.

Deze drie groepen worden in de Ps 115:12-13 nog een keer genoemd, daar als voorwerpen van de zegen van de HEERE.

Op afgoden kun je niet vertrouwen, want die kunnen helemaal niets. Het is uiterst dom en ook een grote zonde tegenover God (vgl. Hs 4:17). Mozes heeft geprofeteerd dat het volk als het ongehoorzaam zou zijn, uit het land zou worden weggevoerd en in den vreemde de afgoden zou dienen (Dt 4:25-28).

Tegenover de dode afgoden staat de levende God. Hij heeft Zich geopenbaard als de God Die leeft en er voor Zijn volk is. Mozes heeft geprofeteerd dat zij in den vreemde de HEERE zouden zoeken en Hem zouden vinden (Dt 4:29). Op Hem kun je volledig vertrouwen (Ps 115:9). Dat wordt dan ook tegen Israël gezegd (vgl. Hs 14:9a). Dat Hij “hun hulp” is, wil zeggen dat Hij hen ondersteunt en hen helpt om hun weg te gaan. Hij is ook “hun schild”, dat wil zeggen dat Hij hen beschermt terwijl Hij hen helpt. Wat heeft een hulpbehoevend, krachteloos volk nog meer nodig? Het heeft alles in Hem.

Vervolgens wordt het “huis van Aäron” opgeroepen om te vertrouwen op de HEERE (Ps 115:10). De oproep komt tot hen omdat ook zij tot afgoderij zijn vervallen (vgl. Ex 32:1-5; Ez 22:26). Zij zijn de priesters en leiden Israël in hun aanbidding van de HEERE. Ook voor hen geldt dat zij in de HEERE “hun hulp en hun schild” hebben. Ware priesterdienst kan alleen gebeuren met de ondersteuning en bescherming van de HEERE.

Ten slotte wordt ieder “die de HEERE vreest” (vgl. Ps 112:1) opgeroepen op de HEERE te vertrouwen (Ps 115:11). Hier is het ieder persoonlijk, terwijl het in Ps 115:9 Israël als volk en in Ps 115:10 de priesterfamilie is (vgl. Ps 118:2-4; Ps 135:19-20). Het vrezen van de HEERE is een kenmerk dat bij ieder lid van Gods volk en ieder lid van de priesterfamilie aanwezig moet zijn.

Horen bij een bevoorrecht volk en een bevoorrechte familie is nooit voldoende. Er moet een persoonlijke relatie met God zijn (vgl. Jh 1:12). Ieder ervaart dan persoonlijk dat de HEERE zijn hulp en zijn schild is. “U die de HEERE vreest” is ook van toepassing op allen buiten Israël die de HEERE vrezen. Zij mogen weten dat de HEERE “hun hulp en hun schild” is.

Copyright information for DutKingComments