Psalms 144:11

Een nieuw lied voor een nieuw begin

Een nieuwe bevrijding, die een nieuwe tijd inluidt, vraagt om een nieuw lied (Ps 144:9; Ps 33:3). Met het oog op de aanstaande tussenkomst van God tot zijn bevrijding zegt David dat hij een nieuw lied voor God zal zingen. Hij zal “de luit [en] het tiensnarig instrument” gebruiken en psalmen voor Hem zingen.

Het eerste lied wordt door Gods volk gezongen in Exodus 15, na hun verlossing uit Egypte en de volledige verdelging van de farao en zijn leger (Ex 15:1). Hier in Psalm 144 zingen zij een nieuw lied nadat alle vijanden verslagen zijn. In het Oude Testament is zevenmaal sprake van “een nieuw lied” (Ps 33:3; Ps 40:4; Ps 96:1; Ps 98:1; Ps 144:9; Ps 149:1; Js 42:10). In het Nieuwe Testament is er tweemaal sprake van: in Openbaring 5 wordt het nieuwe lied gezongen door de vierentwintig oudsten (Op 5:9) en in Openbaring 14 door het gelovig overblijfsel van de twee stammen (Op 14:3).

God is de grote Overwinnaar (Ps 144:10). Koningen lijken de machtigste mensen op aarde. Als zij overwinnen, kunnen ze wel menen dat zij een overwinning aan hun kracht of slimheid te danken hebben. De werkelijkheid is dat ze alleen overwinnen omdat God hun “de overwinning geeft”.

David is zich dat diep bewust. Hij is koning, maar zo noemt hij zich hier niet. Hij spreekt over “Zijn dienaar David”. Ook spreekt hij niet over overwinning, maar over bevrijding “van het zwaard dat onheil [brengt]”. Hiermee erkent hij dat hij volledig afhankelijk is van God. Hij heeft geen macht dan alleen de macht die God hem heeft gegeven. Er is geen hoop op bevrijding dan alleen in God.

Met dezelfde woorden die hij eerder in de psalm heeft gebruikt, vraagt David nog eens om bevrijding en redding van de hand van vreemdelingen (Ps 144:11; Ps 144:7b-8). De vorige keer heeft hij op zijn vraag naar bevrijding een nieuw lied laten volgen (Ps 144:9). Hier verbindt hij aan zijn vraag om bevrijding zegeningen voor Gods volk. Die zegeningen beschrijft hij in de volgende verzen.

Copyright information for DutKingComments