Psalms 147:14

Gods zorg voor Jeruzalem

De derde oproep om te loven wordt gedaan aan Jeruzalem en Sion (Ps 147:12; Ps 147:1; 7). Jeruzalem is de stad van de grote Koning. Jeruzalem betekent ‘stad van de vrede’. Nu de Vredevorst Koning is over Israël, doet Jeruzalem haar naam eindelijk eer aan. De ware Melchizedek, die genoemd wordt koning van Salem, dat is koning van de vrede (Hb 7:1-2), regeert.

Die stad heeft Hij uitgekozen om er te wonen om van daaruit in gerechtigheid te regeren in overeenstemming met de beloften die door de HEERE aan Zijn volk zijn gedaan. Alle roem is alleen voor de HEERE. Sion is ook Jeruzalem, maar dan meer verbonden met genade als de grondslag waarop de stad de woonplaats voor Gods volk kan zijn. Sion wordt opgeroepen haar God te loven, want de inwoners van de stad zijn daar door Gods grote genade binnengebracht.

De aanleiding van de roem en lofprijzing, aangegeven door het woord “want”, is meervoudig (Ps 147:13). In de eerste plaats neemt God de bescherming van de stad voor Zijn rekening. Daardoor is de veiligheid van allen die erin zijn volkomen gewaarborgd.

Nehemia heeft letterlijk de muren, poorten en grendels van Jeruzalem hersteld; hier doet, in figuurlijke zin, de HEERE dat (Zc 2:5). Gog, de aanvoerder van groot-Rusland, is blind voor die bescherming door God. Hij ziet dat de steden in Israël “allen zonder muur en grendel” zijn “en geen poorten hebben” en waagt het daarom Israël aan te vallen, tot zijn eigen schade (Ez 38:11; 22).

De eersten die van de bescherming van de HEERE profiteren – en dat is een tweede reden om Hem te roemen en te loven –, zijn de kinderen in hun midden. Zij worden door Hem gezegend.

Een derde reden voor het roemen en loven van God is dat Hij in hun gebied “vrede” doet heersen (Ps 147:14). De Heer Jezus is de Vredevorst. Door Hem heerst vrede in het vrederijk. Hij heeft die vrede mogelijk gemaakt door Zijn werk op het kruis. Dat is de grondslag voor elke vrede, persoonlijk, in de onderlinge omgang tussen gelovigen, en straks, in het vrederijk, wereldwijd (Rm 5:1; Ef 2:14-17; Ko 3:15; Js 9:5-6).

Als vierde reden voor lofprijzing wordt genoemd dat God hen “met het beste van de tarwe” verzadigt (vgl. Ps 81:17). In deze weldadige sfeer van vrede wordt van ‘het beste van de tarwe’ genoten. De tarwe doet denken aan het leven van de Heer Jezus dat het deel is geworden van ieder die door Zijn dood aan het kruis met Hem verbonden is. Hij is de tarwekorrel die in de aarde is gevallen en is gestorven, waardoor er een rijke oogst is van hen die Hem als hun leven hebben ontvangen (Jh 12:24).

Copyright information for DutKingComments