Psalms 17:10

De goddelozen en doodsvijanden

In Ps 17:9 heeft David tegen God gezegd waar zijn vijanden op uit zijn. In de Ps 17:10-12 houdt hij aan God voor waardoor zijn vijanden geleid worden en hoe ze te werk gaan. Hun hart is omgeven door “hun vet” (Ps 17:10; vgl. Js 6:10), waardoor zij niet bereikbaar zijn voor redelijke argumenten om zich te bekeren. ‘Hun vet’ wijst op hun welvaart, welzijn, overvloed. Ze zwelgen in welvaart die ze voor niets ter wereld willen missen.

Daarmee hebben ze tegelijk een barrière om hun hart heen gelegd, zodat het afgesloten is voor elke oproep om hun zondige levenswandel de rug toe te keren (vgl. Ps 119:70; Dt 32:15). Dat zij hun hart met vet hebben afgesloten, wil ook zeggen dat ze geen enkel medegevoel voor anderen hebben.

Vanwege hun vette binnenste komt er uit “hun mond … trotse [taal]”. Ze schrijven hun voorspoed en welzijn toe aan hun eigen inspanningen. De arrogantie spat eraf. Er is bij hen geen enkele gedachte aan God, Die toch “Zijn zon laat opgaan over bozen en goeden en het laat regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen” (Mt 5:45). Omdat er geen gedachte aan God is, is er ook geen enkele zorg voor anderen.

In plaats van zorg voor anderen op zich te nemen zijn ze erop uit anderen te plunderen (Ps 17:11). Wie arrogant is, is niet te vertrouwen. Hun handelwijze verraadt de vetheid om hun hart. Ze omringen “onze schreden”, dat zijn de schreden van de rechtvaardigen. Hier spreekt David in het meervoud. Wat hem overkomt, overkomt allen die bij hem horen. Zo heeft de Heer Jezus gezegd dat zoals Zijn vijanden Hem hebben vervolgd, zij ook zullen vervolgen hen die bij Hem horen (Jh 15:20).

De goddelozen loeren op de rechtvaardige. Ze ‘stalken’ hem. Ze maken zich klein en gaan op de grond liggen om vanuit die houding de argeloze voorbijganger te bespringen en te beroven. De goddeloze “is als een leeuw die [ernaar] verlangt te verscheuren” (Ps 17:12). De leeuw is een symbool van brute kracht met een verslindende vraatzucht. Zoals “een jonge leeuw die op verborgen plaatsen zit” om zijn prooi te bespringen, ligt de goddeloze in een hinderlaag om de rechtvaardige te bespringen en te verscheuren.

Copyright information for DutKingComments