Psalms 37:10

De aarde is voor de zachtmoedigen

Omdat de situatie die in Ps 37:6 wordt beloofd op zich laat wachten, is het gevaar groot dat de gelovige gaat letten op de voorspoed van de goddelozen (Ps 73:3). Dat moet hij niet doen. Het is belangrijk in vertrouwen in Gods tegenwoordigheid te zwijgen en Hem te verwachten, dat wil zeggen op Zijn tijd te wachten (Ps 37:7). Het is een zwijgen van stil vertrouwen in de tegenwoordigheid van God in de verwachting van Zijn ingrijpen (vgl. Ps 62:6-7). Klagen slaat om in ongeloof, twijfel en bitterheid als het oog niet meer op God is gericht, maar op de goddelozen en hun voorspoed. Die mensen hebben listige plannen gemaakt en ze voeren die nog met succes uit ook (Ps 73:4-9).

Laat je niet gek maken door wat je om je heen ziet, zegt David (Ps 37:8). Houd op met boos te zijn op God, wordt weer kalm, kom tot bedaren. Laat je grimmigheid varen, geef er geen aandacht meer aan. Kom tot jezelf. Ontsteken in woede levert niets op. Integendeel, “het brengt slechts kwaad”. Je zegt in je boosheid dingen of doet dingen die anderen en jezelf schade berokkenen en God oneer aandoen. Je maakt het er alleen maar erger door en wordt aan de kwaaddoeners gelijk.

Nu volgt een belofte met twee zijden: oordeel over kwaaddoeners, zij worden uitgeroeid, en zegen over wie de HEERE verwachten, zij zullen het land beërven, dat wil zeggen het vrederijk ingaan (Ps 37:9). Wat we moeten doen, is God op Zijn Woord vertrouwen. Hij heeft gezegd dat de kwaaddoeners uitgeroeid zullen worden. Het lijkt er op het eerste gezicht nog niet op, maar Hij zal het doen. Daar staat tegenover wat de zachtmoedigen zullen bezitten. Dat is naar Zijn belofte “de aarde bezitten”. Vertrouwen we Hem? Dan zal dat onze houding tegenover het kwaad bepalen.

Om te onderstrepen en uit te werken en uit te diepen wat hij in Ps 37:9 heeft gezegd, herhaalt David in de twee volgende verzen met andere woorden hoe het met de goddeloze enerzijds en de zachtmoedigen anderzijds zal aflopen. Wat de goddeloze betreft, het is “nog even, en de goddeloze zal er niet [meer] zijn” (Ps 37:10). Letterlijk: ‘Nog effekes, en weg is de goddeloze.’ Kijk nog maar eens goed naar zijn plaats en bedenk dat die binnenkort leeg zal zijn. Er blijft niets van hem en al zijn macht, bezit en aanzien over. Er is niets meer van hem te vinden. Niet alleen de goddeloze zelf verdwijnt, maar ook alles wat aan hem herinnert. Dus, nog even verdragen dat het met de goddelozen goed gaat. Het einde van hun voorspoed is in zicht.

Wat de zachtmoedigen – letterlijk anawim, de ootmoedigen, zij die verdrukt zijn en hun vertrouwen desondanks op de HEERE stellen – betreft, het is nog even en zij “zullen de aarde bezitten” (Ps 37:11). Dat zal voor hen “vreugde scheppen in grote vrede” betekenen. Daarom, nog even volhouden, nog even het lijden verdragen, en dan begint de tijd van vreugde en vrede die duizend jaar zal duren en tot in eeuwigheid zal worden voortgezet. Het is een grote vrede, een sfeer van een en al vrede, en in die sfeer scheppen ze vreugde, het is een en al blijdschap.

De Heer Jezus haalt de eerste regel van Ps 37:11 aan in de bergrede (Mt 5:5). Zachtmoedigheid is het kenmerk van het overblijfsel in de eindtijd (Zf 2:3). Het is ook wat ons moet kenmerken. We kunnen dit leren van de Heer Jezus (Mt 11:29). Het betekent dat we te midden van verdrukking niet opstandig zijn, maar ons vertrouwen op Hem stellen, in stille verwachting van Zijn verlossing, waarbij de overtuiging aanwezig is dat de beloofde erfenis ons wordt gegeven (1Pt 1:3-5).

Copyright information for DutKingComments