Psalms 55:16

Nederlandse verzen (17-22)

God zal horen

In tegenstelling met wat David in Ps 55:16 wenst voor zijn verraders, mensen die zich tegen God en Zijn gunstelingen keren, zal hij tot God roepen (Ps 55:17). Zijn tegenstanders dalen neer in het graf. Voor zichzelf spreekt hij de zekerheid uit dat “de HEERE”, Jahweh, hem zal verlossen.

Hij gaat “‘s avonds, en ‘s morgens, en ‘s middags” met zijn geklaag en gekerm tot God (Ps 55:18; vgl. Dn 6:11). Het geeft aan dat hij voortdurend tot God roept (1Th 5:17). Hij bidt om zo te zeggen ‘het klokje rond’. Dat hij de avond eerst noemt, is omdat in Israël de dag gewoonlijk begint op de avond van de vorige dag (Lv 23:32). Hij is er zeker van dat God zijn stem zal horen.

In geloofsvertrouwen spreekt David uit dat God zijn “ziel in vrede verlost” heeft “van de strijd” tegen hem (Ps 55:19). Voor zijn besef heeft de verlossing al plaatsgevonden. De strijd is voorbij. De velen die tegen hem waren, strijden niet meer tegen hem. De vrede die hij kwijt is geweest vanwege het verraad van zijn vriend en de tegenstand van velen, is weer in zijn ziel neergedaald nu hij alles aan God heeft toevertrouwd.

Hij weet dat “God zal horen en hen vernederen” (Ps 55:20). God is immers Degene “Die van oudsher troont”. Davids vijanden kunnen hem van zijn troon verjagen, maar het is onmogelijk God van de troon te stoten. God zit op de troon en bestuurt alles. Zijn bestuur is ten gunste van de Zijnen en betekent oordeel voor de goddelozen.

De goddelozen worden geoordeeld “omdat bij hen geen enkele verandering is en zij God niet vrezen”. God spreekt meerdere keren tot de mens om hem van zijn dwaalweg af te brengen (Jb 33:14-17). Maar als zij onveranderlijk blijven in hun manier van leven en hun eigen weg gaan, zal Hij hen vernederen. Hun vertrouwen op eigen kracht en vermogen bewijst dat zij God niet vrezen, dat zij geen enkel respect voor Hem hebben.

Dat zij niet veranderen en God niet vrezen, laten ze zien door hun handen te slaan “aan wie vrede met hem had” (Ps 55:21). David verwijst nog een keer naar het trouweloze handelen van zijn leidsman en bekende. Die heeft zich aan hem vergrepen door zijn ongeluk te zoeken, terwijl David vrede met hem had. Door die verraderlijke actie heeft hij het vriendschapsverbond ontheiligd.

Het verraad is het verraad van de mond (Ps 55:22). Zijn mond is “gladder dan boter” (vgl. Sp 16:28; Jr 9:4-5). Hij is een glibberige huichelaar, iemand van wie je totaal niet op aan kunt, wiens woorden geen enkele waarde hebben. Het boterzachte van zijn mond camoufleert zijn hart dat op strijd uit is (Jr 9:8). Zijn hart is boordevol plannen om zijn vriend te bestrijden.

De woorden die uit zijn mond komen “zijn zachter dan olie” (vgl. Sp 5:3). Olie is bedoeld om pijn te bestrijden (Js 1:6). Zijn woorden bestrijden echter geen pijn, maar veroorzaken pijn, want “het zijn getrokken zwaarden”. Zijn vleitaal is levensgevaarlijk, want hij is uit op het zaaien van dood en verderf.

Copyright information for DutKingComments