Psalms 67:2-5

Nederlandse verzen (3-6)

De volken zullen God loven

De vraag om genade en zegen is niet alleen bedoeld om die zelf te genieten, maar opdat daar een getuigenis van zal uitgaan (vgl. Jh 7:38) “op aarde”, “onder alle heidenvolken” (Ps 67:3; Gn 12:3b). Door de genade en zegen die God Zijn volk geeft, zal men op aarde Gods weg kennen. Dit is de weg om die zegen ook te ontvangen, wat betekent dat men in verbinding wordt gebracht met de God van Israël. Dit is alleen mogelijk door berouw over de zonde en bekering tot God en geloof in Christus. Hij is de weg tot God (1Pt 3:18) en is als Mens uit Israël voortgekomen (Rm 9:5). Dit is ook de weg waarop het overblijfsel die genade en zegen heeft ontvangen.

Als de heidenvolken Gods zegen voor Zijn volk zien, als zij Zijn heil of behoudenis zien die Hij Zijn volk in Christus heeft gegeven, zullen ze dat heil of die behoudenis ook willen bezitten. Zo zullen ze ertoe komen om de God van Israël als hun God te willen leren kennen. Als die God ook hun God is door bekering en wedergeboorte en geloof in de Messias, krijgen ze deel aan alle zegeningen die God Zijn volk heeft gegeven. Zij zullen door hun verbinding met Gods volk de God van dat volk als de bron van genade en zegen mogen kennen.

Het resultaat is dat de volken God zullen loven (Ps 67:4). Zij zullen dezelfde aanleiding hebben om God te loven als Zijn volk Israël. Ook aan hen is genade en zegen gegeven en ook over hen schijnt het licht van Gods aangezicht. Het is allemaal alleen genade, net als voor Gods volk (Rm 11:32). Nog eens zegt de psalmist dat de volken God zullen loven, terwijl hij er nu een nadrukkelijk, “zij allen”, aan toevoegt. Het gaat erom dat God de lof krijgt van iedereen die deelt in de genade en de zegen.

De blijdschap en het juichen van de naties worden niet alleen veroorzaakt door de verleende genade, maar ook door de rechtvaardigheid waarmee God over de volken zal regeren (Ps 67:5). God kan genade bewijzen als Zijn gerechtigheid wordt erkend. Dit geldt voor de zondaar in alle tijden en ook voor de volken in de tijd die aanbreekt als Zijn volk tot berouw en belijdenis van hun zonden komt. Dat zal na de opname van de gemeente gebeuren, als Hij de Geest van de genade en van de gebeden over Zijn volk zal uitstorten. Dan komen zij tot bekering omdat ze zullen zien op Hem Die zij hebben doorstoken (Zc 12:10-14).

God zal rechtvaardig regeren en de natiën op aarde leiden. Dit is de kern van deze psalm. Deze psalm is een zogenaamde ‘envelop-psalm’: hij begint in Ps 67:2 met zegen en eindigt in Ps 67:8 met zegen. Zegen is als het ware de envelop waarin de psalm verpakt is. Exact in het midden van de psalm vinden we in Ps 67:5 de twee zinnen die de kern van deze psalm vormen, namelijk dat in het vrederijk God Zelf zal regeren en de natiën zal leiden. Dat is de reden dat de volken God groot zullen maken. God zal door middel van Israël de volken hierover onderwijzen vanwege de ervaringen die zij in de grote verdrukking hebben doorgemaakt.

Hij zal hen leiden op de weg van vrede en voorspoed. Dit geldt zowel voor individuen als voor volken. God leidt hen als Herder en als Koning. Zijn leiding bestaat niet uit het slechts wijzen van een weg. Hij gaat als Herder voor hen uit en leidt hen de volle zegen van het vrederijk binnen.

Voor de tweede keer zegt de psalmdichter twee keer tegen God dat de volken Hem zullen loven en dat “zij allen” dat zullen doen (Ps 67:6). De eerste keer (Ps 67:4) is de aanleiding voor het loven van God het kennen van Gods weg en Gods heil of behoudenis. Deze tweede keer is de aanleiding de rechtvaardigheid van God in het oordeel. Alles wat God van Zichzelf zichtbaar maakt, is voor allen die het zien aanleiding om Hem te loven.

Copyright information for DutKingComments