Psalms 76:6

Nederlandse verzen (6-11)

Gods majesteit en macht

Als de Messias komt, zal Hij de “heldhaftigen” van hun wapens beroven (Ps 76:6). Hun heldhaftigheid stelt niets voor. Hij zal hen beroven terwijl zij ‘sluimeren en slapen’, dat wil zeggen in de nacht (vgl. Ps 121:4). Ze menen een gemakkelijke overwinning te kunnen behalen, maar worden dan onverhoeds overvallen. Met hun wapens is ook de kracht in hun handen verdwenen.

“Geen van de strijdbare mannen” is nog in staat om strijd te voeren. In het verleden zijn de Assyriërs, honderdvijfentachtigduizend man sterk, door de Engel van de HEERE in één nacht gedood (2Kn 19:35). In de toekomst zal Assyrië, de koning van het noorden, hetzelfde lot ondergaan.

De bestraffing die hun wordt toegediend, komt van “de God van Jakob” (Ps 76:7). Juda en Israël hebben zelf geen kracht om zich te verweren. Door Gods bestraffing is de hele militaire kracht van de vijand voorgoed uitgeschakeld (vgl. Ex 14:23-28). De “diepe slaap” is de doodslaap, de slaap die eindigt in de dood (vgl. Ri 4:21). Er gaat geen enkele dreiging meer van hen uit. Ze hoeven geen angst meer voor de vijand te hebben.

De Enige Die ontzag inboezemt, is God (Ps 76:8). Om dat te benadrukken begint de zin met een nadrukkelijk “U”. Hoe ontzagwekkend heeft Hij Zich in het uitschakelen van de vijand getoond. Dit roept als vanzelf de vraag op: “Wie zal voor Uw aangezicht bestaan, zodra Uw toorn [ontvlamt]?” (vgl. Hb 12:29; Hb 10:27-31). Op deze vraag is slechts één antwoord denkbaar: niemand.

In de tegenwoordigheid van Hem, Die Zijn oordeel uit de hemel heeft doen horen, vreest de aarde en wordt het er stil (Ps 76:9). Dit betekent dat de HEERE zal komen, niet alleen als een geduchte Krijger, maar ook als de Rechter Die ieder zal oordelen. Hij is Degene Die kan zeggen: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde” (Mt 28:18).

Dat Hij Zijn oordeel “uit de hemel” laat horen, benadrukt Zijn verhevenheid boven alles. Vanaf Zijn troon in de hemel bestuurt Hij het universum. Op aarde verstomt alles en iedereen bij het vernemen van Zijn stem. Niemand durft zijn tong nog te roeren. “Elke mond wordt gestopt en de hele wereld wordt strafschuldig voor God” (Rm 3:19b; vgl. Mt 22:12b).

God heeft niet alleen Zijn stem uit de hemel laten horen, maar Hij is ook opgestaan “ten oordeel om alle zachtmoedigen van de aarde te verlossen” (Ps 76:10). De zachtmoedigen, of ootmoedigen, zijn allen die bij de Heer Jezus, de Messias, horen. Zij hebben van Hem geleerd om zachtmoedig te zijn (Mt 11:29). Ze worden verlost om de door Hem uitgesproken belofte in de ‘zaligsprekingen’ in ontvangst te nemen: zij, de zachtmoedigen, zullen de aarde beërven (Mt 5:5).

Alle handelingen en gevoelens van alle mensen staan onder Gods controle en werken mee aan Zijn verheerlijking, vaak tegen wil en dank. Zo zal zelfs “de woede van de mensen” Hem “tot lof zijn” (Ps 76:11). Het duidelijkste bewijs daarvan is de grootste zonde die de mens ooit heeft gedaan. Hij heeft in blinde woede de Zoon van God gekruisigd, terwijl God deze zonde gebruikt om Zijn raad tot lof van Zijn heerlijkheid te vervullen (Hd 2:23; Ef 1:7-12).

“Wat aan woede overblijft”, alle woede die de mens nog steeds onder de inspiratie van de satan tegen de Zijnen uit, gebruikt Hij daar ook voor. Hij zal die woede namelijk beteugelen. Hij bepaalt de grens ervan. Daarin openbaart Hij Zijn macht. Alles waarin Hij Zich openbaart, betekent Zijn verheerlijking. Profetisch wijst het op de beteugeling van Assyrië door God als deze heeft gedaan wat God wilde. Het einde is dat Assyrië wordt vernietigd.

Copyright information for DutKingComments