Psalms 81:7

Nederlandse verzen (7-8)

Gods zorg in het verleden

“De last” van de slavernij in Egypte, waar het volk stenen heeft moeten sjouwen, is door God “van zijn schouder weggenomen” (Ps 81:7; Ex 1:1-14; Ex 5:6-18; vgl. Dt 26:7). “Zijn handen hebben de manden losgelaten”, wil zeggen dat God hen heeft bevrijd van de manden waarin ze de grondstoffen voor de bouw moesten doen. Ze hoefden die niet meer te gebruiken. God had hen verlost uit hun dwangarbeid.

Ze hadden het vanwege hun dwangarbeid benauwd en in de benauwdheid riepen ze tot God en God redde hen en leidde hen uit Egypte (Ps 81:8; Ex 2:23-24; Ex 6:4-5). God spreekt over Israël in Ps 81:7 nog in de derde persoon enkelvoud – “zijn schouder”, “zijn handen” –, dat wil zeggen dat er nog een afstand is. Hier in Ps 81:8 riep Israël tot de HEERE en nu spreekt Hij Israël aan in tweede persoon enkelvoud – vier keer “u” – wat wil zeggen dat Israël dichterbij gekomen is.

Hij heeft hen bij de Sinaï “uit de schuilplaats van de donder” geantwoord (Ex 19:18-19; Ex 20:18; Ps 77:19). Zij hebben daar gezegd dat zij alles zouden doen wat de HEERE zou gebieden. Toen kwam Zijn antwoord en Hij trad in een verbond met hen. Dit verbond heeft Hij vastgelegd in de wet, die Hij aan Mozes gaf, die de wet meenam van de berg naar het volk.

Hij heeft hen “bij het water van Meriba” beproefd (Ex 17:1-7; Nm 20:1-13; vgl. Dt 33:8). Het is een herinnering aan hun ongehoorzaamheid zonder die uitdrukkelijk te noemen, wat op andere plaatsen wel gebeurt (Ps 95:8; Ps 106:32). De herinnering moet hen beschaamd maken en ook gewillig om God nu wel te vertrouwen. Het woord ‘beproeven’ is beproeven op echtheid, dat wil zeggen de echtheid van het geloof. Bij Meriba werd getoetst of Israël werkelijk wilde luisteren en gehoorzamen.

Copyright information for DutKingComments