Psalms 97:10

Licht is gezaaid

In deze verzen wordt het woord gericht tot het overblijfsel. Zij worden aangesproken als “u, die de HEERE liefhebt” (Ps 97:10). Dit kenmerkt hen. De HEERE liefhebben is niet maar een emotioneel gebeuren, het is een keuze van het hart. Het is een keuze om, met alles wat er in iemand is, Hem lief te hebben, Hem trouw te zijn en te vertrouwen op Zijn verbond. Daarop sluit “haat het kwade” direct aan. Het is een leugen te zeggen God lief te hebben en niet tegelijk alles te haten wat kwaad is (vgl. 1Jh 1:6). Liefde voor de HEERE betekent alles haten wat Hij haat (vgl. Sp 8:13).

De profeet Amos heeft die twee kenmerken ook voorgesteld (Am 5:14-15). Wie deze beide kenmerken heeft, zijn “Zijn gunstelingen”. Zij staan in Zijn gunst omdat zij Hem trouw zijn. Hun ziel, hun leven, bewaart Hij. Gunstelingen of gunstgenoten, Hebreeuws chasid, zijn zij die trouw zijn aan het verbond. “Hij redt hen uit de hand van de goddelozen.” Hij komt voor hen op en zal niet toelaten dat Zijn tegenstanders hen definitief in hun macht krijgen.

De komst van de Messias is als het zaaien van licht (Ps 97:11). Hij wordt immers “de Zon der gerechtigheid” genoemd (Ml 4:2). Hij maakt “de rechtvaardige” de weg naar het vrederijk bekend en gaat hem op die weg voor. Het wordt nooit donker op die weg en in hun hart. Hij bestraalt die weg met Zijn licht. Dat licht gezaaid wordt, wil ook zeggen dat het de bedoeling is dat het vrucht voortbrengt, vrucht die aan het zaad beantwoordt. Dat is te zien in hen die wandelen als kinderen van het licht (vgl. Sp 4:18; Ef 5:7-9).

Het zaaien van het licht heeft ook blijdschap tot gevolg. Er is geen ware blijdschap zonder licht, zoals er ook geen licht is dat niet blijdschap bewerkt. Zijn komst betekent “blijdschap voor de oprechten van hart”. Allen die hun hart op Hem gericht hebben, zijn oprecht van hart. Het is hun verlangen dat Hij verheerlijkt wordt. Dat is ook in hun leven te zien, want ze doen Zijn wil.

Het laatste vers is een oproep aan alle “rechtvaardigen” om zich te verblijden “in de HEERE” (Ps 97:12). Hij heeft voor hen met Zijn kracht alles wonderlijk ten goede doen keren. Daarom worden ze opgeroepen Hem te loven en dat te doen “ter gedachtenis aan Zijn heiligheid”.

De naam HEERE is ter gedachtenis aan de verlossing uit Egypte (Ex 3:15). Wij mogen het avondmaal vieren ter gedachtenis aan de Heer Jezus. Het overblijfsel in de toekomst zal de HEERE loven ter gedachtenis aan Zijn heiligheid. Hun gebed in de tijd van de grote verdrukking is: “Uw Naam worde geheiligd” (Mt 6:9). De heiligheid van de Naam van de HEERE staat in verbinding met het lot van Zijn volk (Ez 36:20-28). De ballingschap was tot oneer van de heiligheid van de HEERE, terwijl de verlossing van Israël, zowel uiterlijk als innerlijk, tot eer van de heiligheid van Zijn Naam is!

Niet Zijn liefde voor en ontferming over hen zijn aanleiding om Hem te loven, maar Zijn heiligheid. Juist Zijn heiligheid bewijst Zijn volkomen afrekening met de zonde, waardoor elke dreiging voor een verstoring van de vrede is tenietgedaan. Ze kunnen ongestoord met lof en dank en blijdschap van de zegen van Zijn heerschappij genieten.

Copyright information for DutKingComments