Revelation of John 13:2

Nederlandse verzen (1-4)

Het beest uit de zee

De twee beesten die in dit hoofdstuk worden beschreven, stellen de twee menselijke en tegelijk monsterlijke werktuigen voor die de satan in de eindtijd zal gebruiken. Het eerste beest stijgt op uit de zee. De zee is het bekende beeld van de volken (Op 17:15; Js 17:12; vgl. Dn 7:2-3). Dit beest is dan ook een heidense heerser over een heidens rijk. Het tweede beest stijgt op uit de aarde. Met de aarde wordt Israël bedoeld. Het tweede beest is de antichrist die over het afvallige Israël zal regeren. In deze twee beesten komen de beide kenmerken van de satan – geweld en leugen – tot uiting (Jh 8:44). Het eerste beest wordt meer gekenmerkt door geweld, het tweede meer door leugen.

Op 13:1. Het beest “uit de zee” wordt eerst beschreven. Voor de ogen van Johannes – en door zijn beschrijving ook voor jouw ogen – stijgt het op uit de zee. Hij ziet uit de woelige, onbestuurbare naties, uit die geweldige mensenmenigte, een heerser omhoog komen. Het is dezelfde persoon als de persoon die uit de afgrond komt (Op 11:7; Op 17:8). Zijn opkomst uit de afgrond geeft zijn demonische oorsprong aan. Dit is niemand anders dan de dictator van het herstelde Romeinse rijk, het verenigde West-Europa.

Dat het om hem gaat, wordt duidelijk uit wat je verder ziet. ‘Horens’ zijn een beeld van macht. De vorm van die macht kun je afleiden uit de ‘diademen’ die hij op zijn horens heeft. Dat wijst erop dat dit beest gezag heeft over koninklijke machthebbers. In verbinding met de horens en de diademen wordt het getal ‘tien’ genoemd. Daardoor weet je dat het om tien koningen gaat (vgl. Op 17:12; Dn 7:24). Zij zijn aan de heerschappij van het beest onderworpen.

Johannes vermeldt ook dat er “zeven koppen” op dit monster zitten. Van deze koppen staat in Openbaring 17: “De zeven koppen zijn zeven bergen” (Op 17:9). Nu is nog de vraag wat die zeven bergen dan wel zijn. Het is een historisch gegeven dat in de oudheid de stad Rome bekendstond als ‘de stad met de zeven heuvels’. Dit maakt duidelijk dat Rome het politieke centrum van deze monsterlijke machthebber is.

De zeven koppen zijn echter niet alleen een aanduiding van de locatie waar de macht zetelt. Ze stellen ook zeven koningen voor (Op 17:10). Daarmee worden zeven regeringsvormen bedoeld, waardoor het Romeinse rijk achtereenvolgens is bestuurd. Daarop gaat Op 13:3 verder in. Wat Johannes ook nog ziet, is dat deze politieke macht zich tegen God verheft. Hij ziet namelijk “namen van lastering” op zijn koppen. Het beest tooit zich met namen van Godslasterlijke aard, mogelijk namen die alleen God toekomen.

Op 13:2. Nog is de beschrijving van het beest niet klaar. Johannes heeft nog meer te vermelden. Hij herkent in dit beest trekken van drie verschillende verscheurende dieren. Hij noemt “een luipaard”, “een beer” en “een leeuw”. Als je daar nu eens Daniël 7 naast legt, dan lees je dat Daniël dezelfde dieren ziet (Dn 7:4-6). Alleen ziet hij ze in omgekeerde volgorde. Daniël ziet eerst een leeuw, dan een beer en als derde een panter of luipaard. Dat komt, omdat Daniël vooruitblikt, terwijl Johannes terugkijkt.

Deze dieren stellen wereldrijken voor. Daniël leefde in de tijd van het Babylonische wereldrijk, voorgesteld in een leeuw. Dat wereldrijk is ten onder gegaan, omdat de Meden en Perzen de wereldheerschappij veroverden. Vanwege de bruutheid waarmee ze te werk gingen, wordt dat rijk door een beer voorgesteld. Maar ook hun heerschappij was eindig. Griekenland, onder aanvoering van Alexander de Grote, veroverde de wereldheerschappij op de Meden en Perzen met een overweldigende snelheid. Vandaar dat het luipaard of de panter daarvan het gepaste symbool is.

Daniël spreekt ook nog over een vierde dier. Hij zegt daarvan dat het een “schrikwekkend, gruwelijk en uitzonderlijk sterk” dier is (Dn 7:7-8). Historisch stelt dit dier het Romeinse rijk voor dat de wereldheerschappij op de Grieken veroverde. Profetisch zien we dit rijk terug in het beest dat Johannes hier ziet. Het beest is zowel het herstelde Romeinse rijk als het hoofd van dat rijk. Dit rijk en dit hoofd bezitten alle wrede kenmerken van het vierde dier, waarin Johannes alle wrede kenmerken van de drie genoemde dieren verenigd ziet.

Zie je het voor je? Het beest stijgt op uit de zee, dat wil zeggen dat de dictator komt bovendrijven. Onlosmakelijk met hem verbonden zijn de tien koningen, de heersers van verschillende landen die samen het herstelde West-Romeinse rijk vormen. Daarover heeft deze dictator het gezag, dat hij uitoefent vanuit Rome als zijn machtscentrum. Hij openbaart zich Godslasterlijk en met een wreedheid die zinnebeeldig door de drie beschreven verscheurende dieren wordt voorgesteld.

En wie zit erachter, wie zorgt ervoor dat hij zo machtig wordt? De draak, dat is de duivel (Op 12:9). Hier verleent de duivel rechtstreeks gezag aan iemand die dit ook uit zijn hand aanneemt. Deze dingen kunnen natuurlijk alleen gebeuren omdat God ze toelaat. En Hij laat ze toe, omdat ze in Zijn plan passen. Maar het gaat er hier om, dat de draak de inspirator van het beest is. Het beest heeft macht, regeert en heeft groot gezag omdat de duivel dit alles aan hem heeft gegeven.

Hier zie je een grote tegenstelling tussen het beest en de Heer Jezus. Eens heeft de satan de Heer Jezus alle koninkrijken aangeboden om die uit zijn hand aan te nemen (Mt 4:8-9). Maar de Heer heeft dat geweigerd. Hij wilde niet op Gods tijd vooruitlopen om Koning te worden. Hij wilde het rijk en de macht uit de hand van God ontvangen (Dn 7:13-14; Ps 2:8). Dat betekende voor Hem vernedering en de kruisdood. Ook voor jou is het belangrijk dat je geen aanzien in de wereld zoekt. De satan wil je dat best geven. Je kunt dan het lijden ontlopen. Als de satan met zulke verleidingen op je afkomt, reageer dan als de Heer Jezus (Mt 4:10).

Op 13:3. Vervolgens ziet Johannes dat een van de koppen van het beest als tot de dood geslagen is. Hiermee wordt aangeduid dat het Romeinse rijk ten onder is gegaan en is verdwenen. Uit de geschiedenis weten we dat in het jaar 476 aan het toenmalige West-Romeinse rijk een dodelijke slag werd toegebracht. Rome werd toen veroverd door de Germanen. Wat Johannes zag, was op het moment dat hij het zag – hij zag het tegen het einde van de eerste eeuw – nog toekomst. Het zou over een paar eeuwen gebeuren.

Maar voor God heeft de toekomst geen geheimen. Hij deelt die mee voor zover Hij het van belang acht dat wij daarvan op de hoogte zijn. Hij doet dat niet om onze nieuwsgierigheid te bevredigen, maar opdat wij ons leven daarnaar zouden inrichten (2Pt 3:11-12). Daarom laat God aan Johannes, en aan jou, zien wat er nog meer gaat gebeuren.

Johannes ziet vervolgens dat de dodelijke wond wordt genezen. Dat lag voor Johannes niet in de nabije toekomst, maar in de verre toekomst. Het is wat wij in onze dagen zien gebeuren! Voor ons is het nabije toekomst. Voor onze ogen vindt een herleving van het West-Romeinse rijk plaats. Maar denk eraan: wel door de macht van de satan! Dit herstel vindt niet plaats door een nieuwe verovering met geweld, maar door duivelse inspiratie en overleg. Johannes ziet hoe dit herstel de bewondering en aanbidding van de hele wereld opwekt.

Op 13:4. De mensen zullen zich ervan bewust zijn dat de draak, dat is de satan, dit rijk zijn macht heeft gegeven. Ze haten God zozeer, ze zijn zozeer van Hem vervreemd, dat ze in onverholen, algemene en grenzeloze bewondering de draak als god aanbidden. Ook zullen zij het beest aanbidden. Ze tarten en lasteren God door over het beest uitspraken te doen die alleen voor God gelden (vgl. Ex 15:11; Mi 7:18). Voor hen is niemand met het beest te vergelijken en kan niemand het tegen het beest opnemen om het te verslaan. Als Europa één geheel is, zal dit het effect zijn.

Mocht jij warm lopen voor het ene Europa, dan hoop ik dat dit, door wat Gods Woord hier zegt, verandert in koude rillingen die langs je rug lopen. Het zal nu toch wel tot je doordringen dat de satan de oorsprong ervan is en dat het uitloopt op de aanbidding van de satan! Dat veel christenen in Nederland bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005 ‘tegen’ hebben gestemd, zegt nog niet veel over hun visie op Europa. Het zwaarst wegende argument om ‘tegen’ te stemmen was dat er in die grondwet geen verwijzing naar God en de Joods-christelijke wortels van de Europese Unie was opgenomen. Indien dat wel was gebeurd, had men waarschijnlijk gewoon ‘vóór’ gestemd! Dat is onthutsend.

Lees nog eens Openbaring 13:1-4.

Verwerking: Wat is het verbazingwekkende aan dit beest?

Copyright information for DutKingComments