Romans 5:1-2

Vrede – Toegang – Hoop

Deze twee verzen zitten zo boordevol prachtige dingen, dat ze voldoende zijn om er een apart stukje over te schrijven. Het is goed om deze verzen uit je hoofd te leren.

Je zult uit de voorgaande hoofdstukken wel een beetje hebben begrepen wat er allemaal voor nodig was om jou te rechtvaardigen. Ook heb je gezien hoe voor jouw rechtvaardiging alles volledig van God Zelf is uitgegaan. Je hebt de gerechtigheid van God ontvangen. Hij heeft in alles voorzien! Je kunt dan ook mee uitjubelen wat er in de Rm 5:1-2 staat.

Rm 5:1. Je bent “gerechtvaardigd”. Dat is niet gebeurd door eigen inspanning, maar door God, omdat je geloofde. Het gevolg is dat je “vrede met God” hebt. Vroeger leefde je in opstand tegen God. Je luisterde niet naar Hem en deed je eigen wil. Je vond het helemaal niet fijn om de wil van God te doen. God beoordeelde jouw doen en laten anders dan jij dat zelf deed. Maar nu je hebt ingezien dat God altijd de juiste kijk op je heeft gehad en dat Hij door de Heer Jezus Christus al het verkeerde van je heeft weggedaan, nu is er vrede in je hart als je aan God denkt. Er is vrede met God omdat er aan het recht van God is voldaan. Als je aan God denkt, voel je rust en blijdschap en je vindt het fijn dat Hij er is.

Rm 5:2. Je hebt ook de vrije “toegang” tot Hem. Je kunt in je gedachten zo bij Hem ‘binnenlopen’ en met Hem praten. Jij staat bij Hem in de gunst. Wat is het een genade om de vrije toegang tot God te hebben, tot die God Die jou moest oordelen vanwege al je vreselijke zonden. Je mag nu onbeperkt – zonder afspraak of wachttijd – en zonder schroom – je hoeft niet bang te zijn dat Hij je wegstuurt – bij Hem komen. Je mag Hem alles vertellen wat je in je hart hebt of wat je hebt meegemaakt. Hij vindt het fijn als je vertrouwelijk met Hem omgaat.

En in de toekomst mag je eeuwig in “de heerlijkheid van God” zijn. Je roemt in die “hoop”. In de Bijbel is ‘hoop’ nooit iets onzekers. Zo wordt dat woord nu wel gebruikt. We zeggen dan ‘ik hoop het’ en we bedoelen dat we het wel willen, maar of het ook gebeurt, is nog onzeker. In de Bijbel is ‘hoop’ altijd een zekerheid. Alleen is de bijbelse hoop iets wat nog in vervulling moet gaan. Wat je ‘hoopt’, is nog niet aanwezig. Zo is het met de heerlijkheid van God waarin je altijd, de eeuwigheid door, zult mogen zijn. Je bent nog niet in de heerlijkheid van God aangekomen. Je leeft nog hier op aarde. Dat wordt je in Rm 5:3 en de volgende verzen wel duidelijk.

Maar dat je in de heerlijkheid van God zúlt aankomen, staat als een paal boven water. Daar roem je zelfs in. De garantie is niet jouw trouw en kracht, maar ligt opnieuw verankerd in wat God heeft gedaan in de opwekking van de Heer Jezus. Daardoor ben je een rechtvaardige geworden. Lees weer even de laatste verzen van het vorige hoofdstuk (Rm 4:24-25).

Wat een verandering is dat in je situatie als je je Romeinen 3 herinnert. Daar heb je gelezen dat je tekortkwam aan de heerlijkheid van God (Rm 3:23). Door je zonden was dat gebied totaal voor je afgesloten. Het is onmogelijk dat God in Zijn tegenwoordigheid, in Zijn heerlijkheid, zonden kan toelaten. Nu je gerechtvaardigd bent, zie je er vol verlangen naar uit, en Hij ook. Wat een wonder van God! Wat heb je veel redenen om Hem te danken.

Ik heb je net gezegd dat je bij God mag komen met alles wat je op je hart hebt. Wat God het fijnste vindt, is als je komt om Hem te bedanken voor alles wat Hij en de Heer Jezus hebben gedaan. Stop maar even met lezen en vertel aan God wat je tot nu toe van deze brief hebt begrepen, die Hij, ook aan jou, heeft geschreven. Zeg Hem maar dat je ontzettend veel van Hem houdt. Je beleeft dan iets van wat de Bijbel ‘gemeenschap’ noemt. Je praat met Hem over dingen die voor jou en voor Hem veel waarde hebben. Doe het nu eerst en lees straks of morgen maar verder.

Lees nog eens Romeinen 5:1-2.

Verwerking: Leer deze twee verzen uit je hoofd.

Copyright information for DutKingComments