Romans 8:19-22

Kinderen en erfgenamen van God

Rm 8:15. Door de Geest van God geleid worden is toch wel wat anders dan je leven in te richten volgens een of andere wet. Wanneer een wet je leefregel is, stel je je gelijk aan een slaaf. Een slaaf leeft niet vanuit een innige verbinding met zijn meester. Hij moet eenvoudig doen wat hem opgedragen wordt. De angst om iets verkeerd te doen speelt op de achtergrond steeds mee.

De geest, dat is het nieuwe leven dat je nu ontvangen hebt, heeft niets met slavernij en angst te maken. De geest die je ontvangen hebt, is een geest van zoonschap. Dat is even wat anders! Hierdoor roep je God als Vader aan. Je roept: “Abba, Vader!” Dat geeft een vertrouwelijke en vriendschappelijke omgang aan. Je kent je Vader als Iemand Die dicht bij jou is en bij Wie jij dicht gebracht bent. Hij heeft jou lief en jij vertrouwt Hem volledig. Je bent in een familierelatie met Hem gebracht. Je bent Zijn kind geworden.

Rm 8:16. De Heilige Geest, Die in je woont, getuigt met jouw geest – dat is het nieuwe leven dat je ontvangen hebt – dat je een kind van God bent. Je bent een kind van je ouders omdat je uit hen geboren bent. Dat is een voldongen, onherroepelijk feit. Daar verandert niets of niemand wat aan. Een kind van God ben je omdat je uit God geboren bent. Daar verandert niets of niemand wat aan. Daarom is het: eenmaal een kind van God, altijd een kind van God. In een kind komen de karaktertrekken van de ouders naar voren. Zo komen in een kind van God de eigenschappen van God tot uiting. In Filippenzen 2 lees je daar wat over (Fp 2:14-16). Daar gaat het meer over je verantwoordelijkheid. Hier, in Romeinen 8, gaat het meer over je voorrechten. Dit hoofdstuk is er vol van. En het wordt steeds mooier en rijker.

Rm 8:17. Als je een kind bent, dan ben je ook een erfgenaam. Een erfgenaam is iemand die een bepaalde bezitting van een ander krijgt. God is Eigenaar van de schepping. Hij zal Zijn bezittingen aan jou geven, wanneer je met Christus verheerlijkt zult zijn. Christus is namelijk dé Erfgenaam. Jij bent mede-erfgenaam met Hem. Wat je ontvangt, ontvang je altijd in verbinding met Hem. Tenminste, als je ook met Hem lijdt. Als je met Hem lijdt, is dat het bewijs dat je het nieuwe leven bezit. Want het gaat hier om een lijden dat ook de Heer Jezus gekend heeft toen Hij op aarde was. Hij heeft geleden in deze schepping, waar Hij zag hoe de zonde zijn verwoestende werk had gedaan en deed.

Rm 8:18. Op dezelfde manier zul jij ook lijden als je om je heen de gevolgen van de zonde ziet. Wat een misbruik maakt de mens van al het door God geschapene! Hij gebruikt alles tot zijn eigen grootmaking en bevrediging. Jij verlangt toch zeker ook naar het moment dat de erfenis, de schepping, weer in handen van de rechtmatige Eigenaar zal zijn? Paulus in elk geval wel. Hij ziet uit naar die toekomstige heerlijkheid die hij te zien zal krijgen. Het lijden dat hij nu te verdragen heeft, zinkt daarbij in het niet. Dat is voor jou een bemoediging. Hoe meer die heerlijke toekomst een realiteit voor je is, des te meer zul je in staat zijn de nare dingen, die je als gelovige meemaakt, te verdragen.

Rm 8:19-20. Weet je wat “de openbaring van de zonen van God” betekent? Dat betekent dat er een moment komt dat alle zonen van God, dat zijn alle gelovigen, in deze schepping zullen verschijnen om samen met de Heer Jezus over de schepping te regeren. Door het wanbeleid dat de mens nu voert, levert de schepping bij lange na niet de opbrengst op die God erin gelegd heeft. Ondanks alle pogingen die de mens in het werk stelt om tot een eerlijke verdeling van de rijkdommen van de schepping te komen, wordt de chaos steeds maar groter. De mens vertrouwt op zijn eigen kunnen, maar vergeet dat hij een in de zonde gevallen mens is. In zijn val heeft hij de schepping meegesleept. De schepping is niet vrijwillig aan de vruchteloosheid onderworpen, maar door de bewuste zonde van de mens.

Rm 8:21. Toch is er hoop voor de schepping. Ze zal vrijgemaakt worden. De vloek rust nu als een slavenjuk op de schepping. Dat is te zien aan “de vergankelijkheid” die aan alles kleeft. De ‘vergankelijkheid’ van de schepping betekent dat de schepping naar beneden gehaald is naar een lagere toestand. Ze heeft niet meer die heerlijke toestand van het paradijs. Dat naar beneden halen komt door het verderf dat samen met de zonde in de schepping ingang kreeg. Maar het ogenblik dat de kinderen van God in de heerlijkheid zullen zijn, is dichtbij. Als de Heer Jezus hen heeft opgehaald, zullen ze echt vrij zijn en onaantastbaar voor het verderf in de schepping. En spoedig daarna zal de schepping worden vrijgemaakt. Zie je er ook naar uit?

Lees nog eens Romeinen 8:15-21.

Verwerking: Kun jij nazeggen wat Paulus in Rm 8:18 zegt?

De Geest komt je zwakheid te hulp

Rm 8:22. Je zou eens moeten opzoeken hoe vaak de uitdrukking “wij weten” in de verschillende brieven voorkomt. Het zijn woorden die alleen in de mond van een christen passen. De mens zonder God geeft hoog op van zijn zogenaamde ‘weten’schap. Hij probeert door onderzoek alles te weten te komen. Toch heeft de eenvoudigste christen een bron van kennis in zich, waarvan de hooggeleerde heren van deze wereld niets weten.

De gelovige heeft door de Geest van God Die in hem woont inzicht in de ware toestand waarin de schepping verkeert. Hij voelt mee met de nood waarin zij zich bevindt. Het zuchten van de schepping zie je bijvoorbeeld in het dierenrijk waar het zwakke en zieke geen kans op overleven heeft. Of kijk eens naar het plantenrijk. Ook daar gaat van het kortstondige van de pracht een roep uit naar een nieuwe schepping.

Deze verzuchtingen worden vergeleken met een vrouw die in barensnood is en op het punt staat nieuw leven ter wereld te brengen. De barensnood van de schepping wijst vooruit naar de nieuwe geboorte van de schepping die in het duizendjarig vrederijk zichtbaar zal worden. In Mattheüs 19 noemt de Heer Jezus deze nieuwe schepping “de wedergeboorte” (Mt 19:28). Dan zal de Zoon des mensen, dat is de Heer Jezus, zitten op de troon van Zijn heerlijkheid en alles zo besturen, dat de schepping beantwoordt aan haar doel: een zegen te zijn die God aan de mens geeft om daarvan samen met Hem te genieten.

Rm 8:23. Innerlijk heb jij al een vernieuwing ondergaan. De eerste vruchten of eerstelingen van de Geest heb je ontvangen toen je het nieuwe leven kreeg. Het nieuwe leven is een werk van de Heilige Geest. Jij bent al een nieuwe schepping (2Ko 5:17; Gl 6:15) omdat God je helemaal in verbinding ziet met Christus en Zijn volbrachte werk.

Alleen moet je lichaam nog verlost worden. Als je bedenkt dat je lichaam nog ziek en moe kan zijn en pijn kan lijden, besef je dat je door je lichaam nog met deze schepping verbonden bent. Daarom is er naast het zuchten van de schepping ook het zuchten bij jezelf. Je verlangt en ziet uit naar de verlossing van je lichaam. Dat zal gebeuren als de Heer Jezus terugkomt om ons op te halen en in het Vaderhuis te brengen. Hij zal dan jouw lichaam van vernedering veranderen in een lichaam dat lijkt op Zijn lichaam zoals Hij dat Zelf nu al heeft, een verheerlijkt lichaam. Zo lees je dat in Filippenzen 3 (Fp 3:21). In het vers dat daaraan voorafgaat, staat dat wij de Heer Jezus Christus als Heiland verwachten. Heiland betekent verlosser (Fp 3:20).

Je ziet hier dat de Heer Jezus niet alleen de Verlosser is voor je zonden, maar ook voor je lichaam. Het eerste is gebeurd toen de Heiland stierf op het kruis. Het tweede zal pas gebeuren bij Zijn komst. Laat je daarom niet in de war brengen door mensen die zeggen dat je niet ziek hoeft te zijn. Ziekte is door de zonde in de wereld gekomen. De zonde is wel door God in Christus geoordeeld, maar daarmee zijn niet alle gevolgen van de zonde weggedaan, niet in de schepping en ook niet in je lichaam. God gebruikt het om je verlangen naar het volle resultaat van het werk van Christus levendig te houden. Als het jou voor de wind gaat, vergeet je dat gemakkelijk.

Rm 8:24-25. God wil dat jij leeft “in de hoop”, dat je gericht bent op de toekomst. Dan zal de behoudenis compleet zijn. Je ziel en je lichaam zullen niet meer door de gevolgen van de zonde kunnen worden aangetast. Nu is die volle behoudenis er nog niet. Als dat wel zo was, hoefde je nergens meer op te hopen. Hoewel je nog niet gezien hebt waarop je hoopt, weet je toch zeker dat het komt. Omdat je het nog niet hebt en nog moet wachten, is er volharding nodig. De moeilijkheid is dat het wachten wat lang kan gaan duren. Het kan allemaal wel eens zwaar gaan wegen en soms zie je alles niet meer zo zitten.

Rm 8:26. Wat is het dan geweldig te weten dat de Geest je zwakheid te hulp komt. Je kunt van die momenten of zelfs tijden hebben, dat je niet weet hoe je aan God moet vertellen hoe je je voelt. Je kunt er geen woorden voor vinden. Maar de Geest Die in je woont, weet het wel. Hij maakt zich een met hoe jij je voelt in deze schepping die onder de vloek ligt.

Rm 8:27. Hij vertelt aan God wat jij niet onder woorden kunt brengen. God doorzoekt je hart en ontmoet daar als het ware de Heilige Geest. Wat de Geest dan vertelt aan God, komt bij Hem nooit verkeerd over. De Geest weet precies hoe Hij al je ervaringen aan Hem moet vertellen. Hoe goed is God toch dat Hij ons zo helpt bij onze zwakheden.

Lees nog eens Romeinen 8:22-27.

Verwerking: Waar hoop jij op?

Copyright information for DutKingComments