Romans 8:26-28

De Geest komt je zwakheid te hulp

Rm 8:22. Je zou eens moeten opzoeken hoe vaak de uitdrukking “wij weten” in de verschillende brieven voorkomt. Het zijn woorden die alleen in de mond van een christen passen. De mens zonder God geeft hoog op van zijn zogenaamde ‘weten’schap. Hij probeert door onderzoek alles te weten te komen. Toch heeft de eenvoudigste christen een bron van kennis in zich, waarvan de hooggeleerde heren van deze wereld niets weten.

De gelovige heeft door de Geest van God Die in hem woont inzicht in de ware toestand waarin de schepping verkeert. Hij voelt mee met de nood waarin zij zich bevindt. Het zuchten van de schepping zie je bijvoorbeeld in het dierenrijk waar het zwakke en zieke geen kans op overleven heeft. Of kijk eens naar het plantenrijk. Ook daar gaat van het kortstondige van de pracht een roep uit naar een nieuwe schepping.

Deze verzuchtingen worden vergeleken met een vrouw die in barensnood is en op het punt staat nieuw leven ter wereld te brengen. De barensnood van de schepping wijst vooruit naar de nieuwe geboorte van de schepping die in het duizendjarig vrederijk zichtbaar zal worden. In Mattheüs 19 noemt de Heer Jezus deze nieuwe schepping “de wedergeboorte” (Mt 19:28). Dan zal de Zoon des mensen, dat is de Heer Jezus, zitten op de troon van Zijn heerlijkheid en alles zo besturen, dat de schepping beantwoordt aan haar doel: een zegen te zijn die God aan de mens geeft om daarvan samen met Hem te genieten.

Rm 8:23. Innerlijk heb jij al een vernieuwing ondergaan. De eerste vruchten of eerstelingen van de Geest heb je ontvangen toen je het nieuwe leven kreeg. Het nieuwe leven is een werk van de Heilige Geest. Jij bent al een nieuwe schepping (2Ko 5:17; Gl 6:15) omdat God je helemaal in verbinding ziet met Christus en Zijn volbrachte werk.

Alleen moet je lichaam nog verlost worden. Als je bedenkt dat je lichaam nog ziek en moe kan zijn en pijn kan lijden, besef je dat je door je lichaam nog met deze schepping verbonden bent. Daarom is er naast het zuchten van de schepping ook het zuchten bij jezelf. Je verlangt en ziet uit naar de verlossing van je lichaam. Dat zal gebeuren als de Heer Jezus terugkomt om ons op te halen en in het Vaderhuis te brengen. Hij zal dan jouw lichaam van vernedering veranderen in een lichaam dat lijkt op Zijn lichaam zoals Hij dat Zelf nu al heeft, een verheerlijkt lichaam. Zo lees je dat in Filippenzen 3 (Fp 3:21). In het vers dat daaraan voorafgaat, staat dat wij de Heer Jezus Christus als Heiland verwachten. Heiland betekent verlosser (Fp 3:20).

Je ziet hier dat de Heer Jezus niet alleen de Verlosser is voor je zonden, maar ook voor je lichaam. Het eerste is gebeurd toen de Heiland stierf op het kruis. Het tweede zal pas gebeuren bij Zijn komst. Laat je daarom niet in de war brengen door mensen die zeggen dat je niet ziek hoeft te zijn. Ziekte is door de zonde in de wereld gekomen. De zonde is wel door God in Christus geoordeeld, maar daarmee zijn niet alle gevolgen van de zonde weggedaan, niet in de schepping en ook niet in je lichaam. God gebruikt het om je verlangen naar het volle resultaat van het werk van Christus levendig te houden. Als het jou voor de wind gaat, vergeet je dat gemakkelijk.

Rm 8:24-25. God wil dat jij leeft “in de hoop”, dat je gericht bent op de toekomst. Dan zal de behoudenis compleet zijn. Je ziel en je lichaam zullen niet meer door de gevolgen van de zonde kunnen worden aangetast. Nu is die volle behoudenis er nog niet. Als dat wel zo was, hoefde je nergens meer op te hopen. Hoewel je nog niet gezien hebt waarop je hoopt, weet je toch zeker dat het komt. Omdat je het nog niet hebt en nog moet wachten, is er volharding nodig. De moeilijkheid is dat het wachten wat lang kan gaan duren. Het kan allemaal wel eens zwaar gaan wegen en soms zie je alles niet meer zo zitten.

Rm 8:26. Wat is het dan geweldig te weten dat de Geest je zwakheid te hulp komt. Je kunt van die momenten of zelfs tijden hebben, dat je niet weet hoe je aan God moet vertellen hoe je je voelt. Je kunt er geen woorden voor vinden. Maar de Geest Die in je woont, weet het wel. Hij maakt zich een met hoe jij je voelt in deze schepping die onder de vloek ligt.

Rm 8:27. Hij vertelt aan God wat jij niet onder woorden kunt brengen. God doorzoekt je hart en ontmoet daar als het ware de Heilige Geest. Wat de Geest dan vertelt aan God, komt bij Hem nooit verkeerd over. De Geest weet precies hoe Hij al je ervaringen aan Hem moet vertellen. Hoe goed is God toch dat Hij ons zo helpt bij onze zwakheden.

Lees nog eens Romeinen 8:22-27.

Verwerking: Waar hoop jij op?

Geroepen naar Gods voornemen

Dit keer maar drie verzen. Omdat ze boordevol zegeningen zitten, moet je ze rustig doornemen en op je laten inwerken.

Rm 8:28. Het begint weer met dat “wij weten”, dat je ook in Rm 8:22 bent tegengekomen. Het geeft hier een tegenstelling aan met Rm 8:26. In dat vers staat dat wij niet weten wat we bidden zullen. Nu komt er iets dat wij wel weten. Als je aan den lijve en in je geest voelt hoezeer alles door de zonde is aangetast, geeft dat een gevoel van machteloosheid, een gevoel van ‘er niet meer tegenop kunnen’. Je zou er neerslachtig van kunnen worden. En dan komen die woorden die een grote bemoediging inhouden: “Maar wij weten.” Dat is de taal van het geloof. Als je ziet dat alles om je heen vergaat en je eigen lichaam ook zo broos is, mag je weten dat voor hen “die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede”.

Wat een grote troost is het om te weten dat God boven alle vergankelijkheid staat. Hij gebruikt het zelfs om de Zijnen er rijker door te maken – in hun geloofsleven welteverstaan. Is het ook niet jouw eigen ervaring dat iets vervelends wat je meemaakte, je dichter bij God heeft gebracht? Let er wel op dat hier staat “hun die God liefhebben”. Het zomaar, zonder meer, zeggen dat alle dingen meewerken ten goede, is niet waar. Je kunt dit alleen zeggen als je God liefhebt.

Je liefde tot God zal ervoor zorgen dat je niet gaat twijfelen aan Hem, ook als het je in je leven tegenzit. Hij laat echt alle dingen meewerken ten goede. Dat laat geen uitzondering toe. Zou dat ook gelden voor zonden die je doet? Ja. Die ervaring heeft Petrus opgedaan. Hij heeft de Heer drie keer verloochend. Hij heeft daarover berouw gehad en daardoor vergeving ontvangen. Dat is wel noodzakelijk. Hij heeft de Heer Jezus meer lief gekregen toen hij merkte dat de Heer hem niet had losgelaten. Hij heeft zichzelf en de Heer beter leren kennen.

Maar “alle dingen” heeft in de eerste plaats te maken met ons leven van alle dag. Alle dingen die zich daarin kunnen voordoen, laat God meewerken ten goede. Ziekte, werkloosheid, armoede, invaliditeit (geheel of gedeeltelijk), een lichamelijk gebrek, een ongeluk, een sterfgeval, al die dingen gebruikt Hij om je los te maken van de zaken om je heen en je aandacht en verlangen te richten op de eeuwige dingen.

Hoe reëel zijn de eeuwige dingen voor jou? Weet je dat God in de voorbije eeuwigheid een voornemen heeft gehad om jou te roepen? Je was er nog lang niet, maar toch dacht God al aan jou.

Rm 8:29. Wat in de Rm 8:29-30 staat wordt wel ‘de gouden ketting’ genoemd. Deze ketting bestaat uit de volgende vijf schakels:

1. voorgekend,

2. voorbestemd,

3. geroepen,

4. gerechtvaardigd en

5. verheerlijkt.

Hij kende je al lang van tevoren als iemand voor wie Hij een geweldige bestemming in gedachten had. Want het is toch niet gering dat Hij jou aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig wil maken? Dat is haast niet te geloven. Maar God zegt het. Hij heeft het uitgedacht toen er nog niets geschapen was en nog geen mens leefde en ook de zonde nog niet in de wereld was. En wat God uitdenkt en zegt, dat doet Hij ook.

Hij is in staat om mensen die niets anders zijn dan arme, nietige, opstandige, verloren schepseltjes te laten lijken op Zijn Zoon. Dan moet er wel een enorme verandering gekomen zijn in hun situatie. Die verandering is er gekomen door wat de Heer Jezus heeft gedaan. Daarom zal Hij onder al die mensen die op Hem lijken de voornaamste plaats, de plaats van eer en aanzien, innemen. Daar gaat het God om. Hij wil graag dat Zijn Zoon het stralende Middelpunt zal zijn van alle verlosten, onder wie ook jij je mag rekenen.

Rm 8:30. Wat je door deze verzen duidelijk wordt, is dat God werkt volgens Zijn eigen voornemen. Wat jij als zondaar gedaan hebt, daarover wordt in deze verzen niet gesproken. Je mag hier in Gods hart kijken om te weten dat Hem niets uit de hand loopt, al lijkt alles om je heen daarmee in strijd. Hij heeft een doel met jouw leven en Hij bereikt dat ook. In Rm 8:30 zie je op welke manier Hij dat doel bereikt. Steeds zie je wat Híj gedaan heeft.

Hij had je al bestemd tot het doel van Rm 8:29 toen je nog niet geboren was. Toen je geboren was, bleek je een zondaar te zijn die geen deel kon hebben aan de heerlijkheid van God. Toen riep God je tot Zich om je duidelijk te maken dat Hij niet wilde dat je verloren ging, maar dat Hij een plan had waar jij bij hoorde.

Zoals je was, kon Hij dat plan niet uitvoeren. Daarom rechtvaardigde Hij je. Wat dat is, heb je in de vorige hoofdstukken al gelezen. Je bent iemand die bij God hoort, want alles van jou wat niet bij Hem hoort, is weggedaan in het werk van de Heer Jezus. In plaats daarvan heb je nieuw leven ontvangen dat zich thuis voelt bij God. En om het compleet te maken: God ziet je al als verheerlijkt. Voor Hem is het allemaal al afgerond. Wat God Zich voorneemt, zal ook gebeuren. Als Hij garant staat, zou jij dan nog aan de uitkomst kunnen twijfelen?

Lees nog eens Romeinen 8:28-30 en dank God voor Zijn voornemen.

Copyright information for DutKingComments