Romans 8:28-39

Geroepen naar Gods voornemen

Dit keer maar drie verzen. Omdat ze boordevol zegeningen zitten, moet je ze rustig doornemen en op je laten inwerken.

Rm 8:28. Het begint weer met dat “wij weten”, dat je ook in Rm 8:22 bent tegengekomen. Het geeft hier een tegenstelling aan met Rm 8:26. In dat vers staat dat wij niet weten wat we bidden zullen. Nu komt er iets dat wij wel weten. Als je aan den lijve en in je geest voelt hoezeer alles door de zonde is aangetast, geeft dat een gevoel van machteloosheid, een gevoel van ‘er niet meer tegenop kunnen’. Je zou er neerslachtig van kunnen worden. En dan komen die woorden die een grote bemoediging inhouden: “Maar wij weten.” Dat is de taal van het geloof. Als je ziet dat alles om je heen vergaat en je eigen lichaam ook zo broos is, mag je weten dat voor hen “die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede”.

Wat een grote troost is het om te weten dat God boven alle vergankelijkheid staat. Hij gebruikt het zelfs om de Zijnen er rijker door te maken – in hun geloofsleven welteverstaan. Is het ook niet jouw eigen ervaring dat iets vervelends wat je meemaakte, je dichter bij God heeft gebracht? Let er wel op dat hier staat “hun die God liefhebben”. Het zomaar, zonder meer, zeggen dat alle dingen meewerken ten goede, is niet waar. Je kunt dit alleen zeggen als je God liefhebt.

Je liefde tot God zal ervoor zorgen dat je niet gaat twijfelen aan Hem, ook als het je in je leven tegenzit. Hij laat echt alle dingen meewerken ten goede. Dat laat geen uitzondering toe. Zou dat ook gelden voor zonden die je doet? Ja. Die ervaring heeft Petrus opgedaan. Hij heeft de Heer drie keer verloochend. Hij heeft daarover berouw gehad en daardoor vergeving ontvangen. Dat is wel noodzakelijk. Hij heeft de Heer Jezus meer lief gekregen toen hij merkte dat de Heer hem niet had losgelaten. Hij heeft zichzelf en de Heer beter leren kennen.

Maar “alle dingen” heeft in de eerste plaats te maken met ons leven van alle dag. Alle dingen die zich daarin kunnen voordoen, laat God meewerken ten goede. Ziekte, werkloosheid, armoede, invaliditeit (geheel of gedeeltelijk), een lichamelijk gebrek, een ongeluk, een sterfgeval, al die dingen gebruikt Hij om je los te maken van de zaken om je heen en je aandacht en verlangen te richten op de eeuwige dingen.

Hoe reëel zijn de eeuwige dingen voor jou? Weet je dat God in de voorbije eeuwigheid een voornemen heeft gehad om jou te roepen? Je was er nog lang niet, maar toch dacht God al aan jou.

Rm 8:29. Wat in de Rm 8:29-30 staat wordt wel ‘de gouden ketting’ genoemd. Deze ketting bestaat uit de volgende vijf schakels:

1. voorgekend,

2. voorbestemd,

3. geroepen,

4. gerechtvaardigd en

5. verheerlijkt.

Hij kende je al lang van tevoren als iemand voor wie Hij een geweldige bestemming in gedachten had. Want het is toch niet gering dat Hij jou aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig wil maken? Dat is haast niet te geloven. Maar God zegt het. Hij heeft het uitgedacht toen er nog niets geschapen was en nog geen mens leefde en ook de zonde nog niet in de wereld was. En wat God uitdenkt en zegt, dat doet Hij ook.

Hij is in staat om mensen die niets anders zijn dan arme, nietige, opstandige, verloren schepseltjes te laten lijken op Zijn Zoon. Dan moet er wel een enorme verandering gekomen zijn in hun situatie. Die verandering is er gekomen door wat de Heer Jezus heeft gedaan. Daarom zal Hij onder al die mensen die op Hem lijken de voornaamste plaats, de plaats van eer en aanzien, innemen. Daar gaat het God om. Hij wil graag dat Zijn Zoon het stralende Middelpunt zal zijn van alle verlosten, onder wie ook jij je mag rekenen.

Rm 8:30. Wat je door deze verzen duidelijk wordt, is dat God werkt volgens Zijn eigen voornemen. Wat jij als zondaar gedaan hebt, daarover wordt in deze verzen niet gesproken. Je mag hier in Gods hart kijken om te weten dat Hem niets uit de hand loopt, al lijkt alles om je heen daarmee in strijd. Hij heeft een doel met jouw leven en Hij bereikt dat ook. In Rm 8:30 zie je op welke manier Hij dat doel bereikt. Steeds zie je wat Híj gedaan heeft.

Hij had je al bestemd tot het doel van Rm 8:29 toen je nog niet geboren was. Toen je geboren was, bleek je een zondaar te zijn die geen deel kon hebben aan de heerlijkheid van God. Toen riep God je tot Zich om je duidelijk te maken dat Hij niet wilde dat je verloren ging, maar dat Hij een plan had waar jij bij hoorde.

Zoals je was, kon Hij dat plan niet uitvoeren. Daarom rechtvaardigde Hij je. Wat dat is, heb je in de vorige hoofdstukken al gelezen. Je bent iemand die bij God hoort, want alles van jou wat niet bij Hem hoort, is weggedaan in het werk van de Heer Jezus. In plaats daarvan heb je nieuw leven ontvangen dat zich thuis voelt bij God. En om het compleet te maken: God ziet je al als verheerlijkt. Voor Hem is het allemaal al afgerond. Wat God Zich voorneemt, zal ook gebeuren. Als Hij garant staat, zou jij dan nog aan de uitkomst kunnen twijfelen?

Lees nog eens Romeinen 8:28-30 en dank God voor Zijn voornemen.

God is vóór jou!

Je hebt zojuist een machtig slotakkoord gelezen. Paulus is daartoe gekomen omdat hij onder de indruk is geraakt van alles wat God gedaan heeft. Hij heeft jou dat in de voorgaande hoofdstukken uitvoerig verteld.

Rm 8:31. Als je dat nog eens op je laat inwerken, kun je niet anders dan tot de uitroep komen: “Wat zullen wij dan hierop zeggen?” God Zelf is vóór ons. Misschien heb je daar wel eens aan getwijfeld. Je wist dat de Heer Jezus voor je zonden gestorven was, zodat God je niet meer kon straffen. Dat was op zich een hele opluchting. Ondanks dat bleef je wat bang voor God, Die toch maar die strenge Rechter was, Die tegen je was. Maar nu heb je gezien dat het tegendeel waar is.

Rm 8:32. God heeft Zelf alles in orde gemaakt door Zijn Zoon te geven. Op een duidelijker manier heeft Hij Zijn liefde voor jou niet kunnen bewijzen. Hij heeft Hem niet gespaard om jou wel te kunnen sparen. En dat is nog niet alles. God zal jou met Zijn Zoon ook “alle dingen schenken”. Alles wat God aan de Heer Jezus heeft gegeven als loon op Zijn werk, zul jij met Hem delen. Dat is even wat!

Rm 8:33. Zijn er nog mensen of engelen die een beschuldigende vinger naar je willen uitsteken? God neemt het voor je op! Jij bent iemand die Hij heeft uitverkoren om bij Hem te zijn. Hij is het Die rechtvaardigt. Hij spreekt je vrij omdat Hij jou ziet in Christus.

Rm 8:34. Daarom kan ook niemand je meer veroordelen, want Christus is gestorven voor je zonden. “Ja nog meer”, Hij is ook opgewekt tot je rechtvaardiging. Christus is nu in de hemel en God heeft Hem de plaats van eer gegeven, aan Zijn rechterhand. Christus heeft de overwinning behaald en de beloning gekregen die Hem toekomt.

Dat wil niet zeggen dat Hij daar is om, met eerbied gezegd, op Zijn lauweren te rusten. Hij zet Zich in voor de Zijnen die nog op aarde zijn door voor hen te bidden. Hij spreekt voortdurend met God over jou omdat Hij uit eigen ervaring weet hoe moeilijk het is om te leven in een wereld waar met God en Zijn Woord geen rekening wordt gehouden. Alles wat jij meemaakt, kent Hij uit eigen ervaring. Hij kan met je meevoelen, want Hij is niet vergeten wat Hijzelf meemaakte toen Hij hier leefde.

Rm 8:35-37. Hoe groot je lijden ook is, niets kan je scheiden van “de liefde van Christus”. Zijn liefde gaat juist des te meer naar je uit als je verdrukt of vervolgd wordt omdat je achter Hem aan wilt gaan en de wil van God wilt doen. Zijn liefde stelt jou in staat dwars door alle gevaren heen te gaan en die te overwinnen. Je bent dan meer dan een overwinnaar. Je bent een overwinnaar die alle eer geeft aan Hem Die jou heeft liefgehad.

Rm 8:38-39. Je kunt in opperste zekerheid zeggen, dat er niets is wat je kan scheiden van “de liefde van God”. De “dood” kan je niet scheiden van de liefde van God. Als je zou sterven, ga je direct naar de Heer Jezus in Wie de liefde van God tot je gekomen is. Het “leven” kan je niet scheiden van de liefde van God. Alle problemen, moeiten en zorgen die je in je leven kunt meemaken, geven God gelegenheid je Zijn liefde te laten ervaren. Ook “engelen” zijn niet in staat je te scheiden van de liefde van God. De duivel is een machtige engelenvorst die in opstand is gekomen tegen God en die andere engelen in die opstand meesleepte. Zij zijn er voortdurend op uit om een scheiding te brengen tussen jou en de liefde van God. Maar het zijn overwonnen vijanden. Ze zijn door de Heer Jezus verslagen en aan Hem onderworpen.

Voor de “overheden” of regeringen geldt hetzelfde. Zij kunnen het de gelovigen knap lastig maken door allerlei wetten af te kondigen die gelovigen niet kunnen houden omdat die wetten hen verhinderen om God te dienen. Ook allerlei “dingen” die om je heen gebeuren of die nog gaan gebeuren, kunnen je niet scheiden van de liefde van God. Je kunt horen van natuurrampen of dreiging van oorlog. Het hoeft je niet benauwd te maken. De liefde van God blijft bij je. Bij “machten” kun je denken aan geestelijke machten, die op een listige manier proberen je geloof te ondermijnen, zodat je aan de waarheid van God gaat twijfelen. De liefde van God is altijd groter.

Laat je ook niet beetnemen door de “hoogte”, waarbij je misschien kunt denken aan de hoge prestaties van de mens die in zijn hoogmoed op allerlei gebied steeds hoger wil klimmen. De liefde van God gaat daar ver bovenuit. Christus Jezus onze Heer is opgevaren boven alle hemelen (Ef 4:10). Hij heeft daar als Overwinnaar plaatsgenomen aan de rechterhand van God.

Kan “diepte”, bijvoorbeeld een diepe val in de zonde, je scheiden van de liefde van God? Hoe diep je ook gevallen bent, ook daar is de liefde van God aanwezig. De liefde van God in Christus Jezus onze Heer daalde af tot jou, een ellendig, gevallen schepsel. God ging in Zijn liefde nog dieper, tot in het oordeel over jouw zonden dat Christus in volle hevigheid trof en Hij legde Hem in het stof van de dood. God deed dat om jou op te tillen en je te brengen aan Zijn Vaderhart.

Er is echt niets en niemand, niet “enig ander schepsel”, die jou zal kunnen scheiden van deze liefde van God die op zo’n alles overtreffende wijze in Christus Jezus onze Heer, voor arme, verloren zondaars zichtbaar is geworden.

Neem er nu de tijd voor om God en de Heer Jezus te danken en te prijzen. Zij zijn het waard, want alles is van Hen uitgegaan.

Lees nog eens Romeinen 8:31-39.

Verwerking: Zing een lied van overwinning tot eer van God!

Copyright information for DutKingComments