Song of Solomon 1:12

De nardus van de bruid

Hier horen we de bruid weer spreken. Ze antwoordt op wat haar geliefde in de voorgaande verzen heeft gezegd. Ze verkeert in rust aan de tafel van de koning. Het is niet zomaar een tafel, maar een feesttafel die rijk gedekt is, voorzien van de lekkerste meel- en vleesspijzen (1Kn 4:22-23). Maar het meest bijzondere van die tafel is dat de koning zelf daaraan aanzit. Alle lekkernijen op de tafel van de koning zouden geen betekenis hebben als hij niet aan de tafel aanzat.

Dit tafereel wijst voor ons op de Heer Jezus en de gemeenschap met Hem. Een tafel spreekt van gemeenschap. Het gaat hier niet zozeer om wat er allemaal op die tafel staat, maar om het feit dat het “Zijn … tafel” is. Het gaat hier ook niet in de eerste plaats om een toepassing op de tafel van de Heer, waaraan Zijn avondmaal wordt gevierd. Dit gebeurt wanneer we als gemeente samenkomen. Maar hier gaat het, in beeld, om het beleven van de voortdurende gemeenschap met de Heer Jezus. Dat het om voortdurende gemeenschap gaat, wordt tot uitdrukking gebracht door de “ronde tafel”. Wat rond is, is zonder begin en zonder einde. De gemeenschap die we met de Heer Jezus mogen beleven, is naar haar aard eeuwig, omdat Hij eeuwig is.

Als de bruid bij de koning aan zijn tafel komt, heeft ze haar eigen nardus, “mijn nardus”, bij zich. “Zolang” ze samen met de koning aan zijn tafel zit, vult de geur van haar nardus de eetzaal. We denken hierbij als vanzelf aan Maria van Bethanië, van wie we lezen: “Maria dan nam een pond balsem van onvervalste, kostbare nardus, zalfde de voeten van Jezus en droogde Zijn voeten met haar haren af; en het huis werd met de geur van de balsem vervuld” (Jh 12:3).

Het verspreiden van de geur van de nardus is een beeld van aanbidding. Dat kunnen we wel begrijpen. Het is toch een ongekend voorrecht voor ons, die vroeger nergens deel aan hadden en de hel tegemoet gingen, om nu bij de Allerhoogste ‘aan tafel’ te mogen zitten? Hij heeft ons verlost uit onze ellende en die hoge plaats van gemeenschap met Hemzelf gegeven. We mogen daar steeds aan denken. De Heer Jezus verbindt de zalving door Maria niet voor niets aan de verkondiging van het evangelie (Mt 26:13). Het laat zien dat wie verlost is van zijn zonden, een aanbidder van God en van de Heer Jezus wordt.

Als we dit toepassen op het samenkomen van de gemeente aan de tafel van de Heer, is wat de bruid en Maria hebben gedaan een aanmoediging voor ons om ons voor te bereiden op de ontmoeting met Hem (vgl. Dt 16:16-17). Maria heeft voor haar nardus gespaard. De kosten van deze zalfolie bedroegen driehonderd denaren. Omgerekend is dat globaal het jaarloon van een werknemer – één denaar is een dagloon (Mt 20:2). Maria is lang bezig geweest met de voorbereidingen voor haar daad, die zoveel waardering van de Heiland kreeg.

Copyright information for DutKingComments