Song of Solomon 1:16

U bent mooi, mijn liefste

Hier is de bruid aan het woord. De bruid zegt tegen de bruidegom, in reactie op wat hij in het vorige vers tegen haar heeft gezegd, dat hij “mooi” is en ook dat hij “lieflijk” is. Telkens zeggen ze elkaar wat ze voor elkaar voelen en betekenen. Ze spreken de taal van de liefde.

Het woord “zie” is, net als in het vorige vers, een uitroep van bewondering. Ze is onder de indruk van zijn gestalte, ze vindt hem “mooi”, innemend. Als ze hem ziet, is ze diep van hem onder de indruk. Hij overtreft iedereen, hij is haar “liefste”. Maar niet alleen zijn gestalte brengt haar in vervoering, hij is ook “lieflijk” in zijn omgang met haar. Met een “ja” onderstreept ze dat. In de manier waarop hij haar benadert en aandacht aan haar geeft, toont hij zijn respect voor haar. Hij gaat vol liefde met haar om.

Dit brengt haar tot een nieuw “ja” en nu in verbinding met rust. Ze komt bij hem tot rust en hij ook bij haar. Ze spreekt niet over ‘mijn’ of ‘uw rustbank’, maar over “onze rustbank”. De plaats waar hun rustbank staat, is “het groene loof”. De bruid ziet zichzelf met de bruidegom in de vrijheid van het groene veld. ‘Groen’ spreekt van frisheid, van leven en van rust (groen is de kleur die rust geeft aan de ogen). ’Loof’ spreekt van intimiteit en beslotenheid, het alleen zijn met de geliefde zonder dat anderen hen zien.

We kunnen dit toepassen op onze liefdesrelatie als gelovigen met de Heer Jezus. Toen we Hem niet kenden, “was er geen gedaante dat wij Hem begeerd zouden hebben” (Js 53:2). Maar nu zeggen we graag tegen Hem dat Hij mooi is, dat Hij onze Liefste is, ja, dat Hij lieflijk is. Hij is voor ons indrukwekkend als we naar Hem kijken, als we de Schrift lezen en zien Wie Hij is en wat Hij heeft gedaan. En komen we ook niet diep onder de indruk van de wijze waarop Hij met ons omgaat?

In die verhouding hebben we rust, terwijl we weten dat de Heer Jezus hierin ook rust vindt. Dit is echter geen lege stilte, maar een rust die fris is, waarin iets groeit, waarin het leven zich ontwikkelt. Het is niet de rust van de zelfgenoegzaamheid, maar van de voldoening van een levende relatie. Dat zien we in het groene loof. Als iets groen is, groeit het. Zo is het met onze liefde voor de Heer Jezus. Er is rust en tegelijk groei. We worden overweldigd als we worden bepaald bij Zijn onveranderlijke liefde voor ons.

Dit is wel speciaal zo wanneer we op zondag als gemeente bij elkaar zijn. Wij willen dan God en de Heer Jezus aanbidden en gemeenschap met Hen hebben en bij het vieren van het avondmaal eraan denken wat Christus voor ons heeft gedaan. Tijdens die samenkomst kunnen er rustige momenten zijn. Er gebeurt dan niets hoorbaars. Er wordt niet gezongen, niets voorgelezen, geen dankzegging uitgesproken. Dat kan twee dingen betekenen. Het kan zijn dat de harten vol van aanbidding voor de Heer zijn. Dan wordt er niets gezegd, maar heeft de Heilige Geest de harten zo op de Heer Jezus en Zijn werk kunnen richten, dat er algemene bewondering voor Hem is. Het kan echter ook zo zijn, dat de harten leeg zijn. Dan hebben we niets in ons hart voor de Heer Jezus. We zijn niet in het groene loof, maar op een dorre plek.

Of wij met volle of met lege harten komen, heeft te maken met ons dagelijks leven tijdens de week. Als ons leven werkelijk voor de Heer is en we ons met Hem bezighouden, van Hem leren en ons geestelijk voeden met de dingen die Hij ons van Zichzelf in Zijn Woord laat zien, dan zullen we met volle harten komen. We hebben ook de opdracht om niet met lege handen – voor ons: harten – naar de samenkomst te komen (Ex 23:15; Ex 34:20; Dt 16:16).

We moeten allemaal iets hebben, niet alleen de broeders, maar ook de zusters. We komen samen als gemeente. De broeders zijn degenen die de aanbidding tot uitdrukking brengen. Het kan zijn dat een broeder persoonlijk niets heeft, maar toch iets zegt, een lied opgeeft of iets leest uit de Schrift of een dankzegging uitspreekt, waar zijn hart niet zo bij betrokken is, maar waarmee hij toch uitdrukking geeft aan wat er leeft in de harten van de zusters. Zo kan de Heer dwars door onze zwakheden heen werken wat is tot Zijn eer.

Copyright information for DutKingComments