Song of Solomon 6:4

Mooi, bekoorlijk, schrikwekkend

Hier is de bruidegom weer aan het woord. Nu de bruid hem opnieuw heeft gevonden, vertelt hij weer wat zij voor hem betekent. Hij heeft haar eerder gezegd dat zij mooi is (Hl 4:1). Het is een bemoediging voor de bruid dat zij dat na de verslapping van haar liefde opnieuw mag horen. Wij hebben het ook nodig telkens uit de mond van de Heer Jezus te horen wat wij voor Hem betekenen, zeker na een periode dat onze liefde voor Hem maar zwak is geweest. Zo bemoedigt de Heer Jezus de apostel Paulus als hij in de gevangenis zit (Hd 23:11).

De praktische les is dat een man ook regelmatig tegen zijn vrouw zegt dat zij mooi is. Dat moet niet alleen worden gezegd als ze zich voor een bepaalde gelegenheid mooi heeft aangekleed. Het gaat erom dat ze mooi is om wie ze is, dat ze gewaardeerd wordt om haar persoon met haar eigen capaciteiten. We moeten dat ook zeggen tegen onze kinderen en kleinkinderen persoonlijk. Als een kind of kleinkind Emma heet, zeggen we: ‘Jij bent de mooiste Emma van de hele wereld!’

Een moeder belde haar zoon op. Ze vroeg hem: ‘Waar ben je, wat doe je?’ De zoon zei daar later van: ‘Mijn moeder is er alleen in geïnteresseerd waar ik ben of wat ik doe. Maar ze heeft er niet naar gevraagd hoe het me gaat, hoe ik me voel.’ Hij miste de belangstelling voor hem als persoon. Zo kunnen we ook met medegelovigen omgaan. Dat doen we als we meer belang stellen in waar ze mee bezig zijn dan in wat hen bezighoudt.

Dat de bruidegom haar “mijn vriendin” noemt, is ook een herhaling. Hij heeft haar al meerdere keren zo genoemd (Hl 1:9; 15; Hl 2:2; 10; 13; Hl 4:1; 7; Hl 5:2). Hiermee zegt hij dat er weer die vertrouwelijke omgang kan zijn waardoor vriendschap wordt gekenmerkt. Hij kan met haar de intieme gedachten van zijn hart delen. Dat is gemeenschap. Het is een volgende stap in de geestelijke ontwikkeling in de eenheid tussen de bruidegom en de bruid.

Het doel van vertrouwelijkheid is gemeenschap, waardoor er een groeien in eenheid is. Voor ons houdt het in dat het zien van de Heer Jezus ons verandert naar Zijn beeld (2Ko 3:18). Christus wil Zijn beeld in ons herkennen, dat Hij gestalte in ons krijgt (Gl 4:19). Dat is het gevolg van gemeenschap, het herkennen van Zichzelf in ons. Dat kan gebeuren omdat Hij ons leven is.

Bij de woorden “mooi”, “bekoorlijk” en “schrikwekkend” gebruikt de bruidegom drie beelden. De bruid is mooi “als Tirza”. Tirza was de hoofdstad van het tienstammenrijk, voordat Omri Samaria tot hoofdstad maakte (1Kn 15:33; 1Kn 16:23-24). Tirza betekent onder andere ‘welgevallen’. Het zal een mooie stad zijn geweest.

Vervolgens vergelijkt hij haar bekoorlijkheid met “Jeruzalem”, de hoofdstad van het tweestammenrijk. Jeruzalem betekent ‘grondslag van de vrede’. We zien in de beide hoofdsteden de heerlijkheid van heel Israël als de twaalf stammen terug zijn in het land.

De bruid is mooi en bekoorlijk voor de bruidegom, maar ook schrikwekkend voor hen die haar kwaad willen doen. Ze is als een leger, “als zij die de vaandels opheffen” om de vijand te weerstaan.

Na een toespraak voor jongeren over seksualiteit met de geschiedenis van Dina als voorbeeld (Gn 34:1-4) kwamen er twee meisjes naar me toe. Ze zagen er mooi uit. Ze vroegen wat voor kwaad het kan om, net als Dina, toch eens uit te gaan en bepaalde vriendschappen te hebben.

Mijn antwoord was: ‘Dan begeven jullie je op gevaarlijk terrein. Jongens kunnen op jullie afkomen en die willen ‘wat’ met jullie. Daarvoor zijn zij daar. Als jullie daar ook zijn, denken ze dat jullie hetzelfde willen.’ ‘Ja, het is wel eens gebeurd’, zei de een, ‘maar ik heb nee gezegd.’ Mijn reactie was: ‘Als een jongen dat aan jou heeft kunnen vragen, betekent het dat je al te ver bent gegaan.’ Zulke meisjes hebben de vaandels, het vaandel van de liefde van de Heer Jezus (Hl 2:4; Hl 5:10), niet opgeheven en schrikken de wereld niet af, maar zijn aantrekkelijk voor de wereld.

Voor ons betekent het dat wij de zonde, die een vijand is, geen kans geven een plaats in ons leven te veroveren. Tegenover de zonde moeten we duidelijk stelling nemen. Dat geldt ook voor de plaatselijke gemeente. Waar zonde ingang krijgt, verdwijnt de liefde voor de Heer Jezus.

Er is in de bruid schoonheid en lieflijkheid die aantrekt voor wie zich bij haar willen aansluiten en tegelijk ook een afschrikwekkende kracht en sterkte voor wie haar kwaad willen doen. Het lijkt erop dat veel gelovigen beide aspecten kwijt zijn geraakt. Omdat we ons heilige karakter zijn kwijtgeraakt, is men niet meer bang voor ons. Omdat we ons lieflijke karakter zijn kwijtgeraakt, is er geen aantrekkelijkheid meer bij ons.

Copyright information for DutKingComments