Song of Solomon 6:6

De bruid opnieuw beschreven

Als wij naar de Heer Jezus kijken, als ons oog alleen op Hem gericht is, is het alsof onze blik Hem teveel wordt (Hl 6:5). Als we hersteld zijn in de gemeenschap met Hem, zijn onze ogen meer dan vroeger op Hem gericht. Ze zwerven niet meer van Hem weg naar andere voorwerpen. We zien dan ‘Jezus alleen’. Het is alsof dit Hem in verwarring brengt. Zo kan Hij Zich verbazen over het geloof van een Syro-Fenicische vrouw. Zij gelooft volhardend in Zijn macht om haar dochter te genezen. Dat ontlokt bij Hem de uitspraak: “O vrouw, groot is uw geloof” (Mt 15:28).

De bruidegom is onder de indruk van haar hernieuwde toewijding. Dat brengt hem ertoe haar opnieuw te beschrijven vanwege wat zij voor hem betekent. Hij begint met “uw haar”, wat het symbool van haar toewijding is. Hij ziet daarin dezelfde toewijding aan en afhankelijkheid van hem die hij eerder heeft beschreven (Hl 4:1b). Het is een herhaling, maar hij ziet dat de bruid nu dieper ervaart wat hij daarmee zegt. Zo is het ook met de gelovige die na een periode van verslapping in zijn relatie met de Heer opnieuw in gemeenschap met Hem gaat leven.

Ook wat hij van de tanden van de bruid zegt, is een herhaling (Hl 6:6; Hl 4:2), maar daarmee eveneens niet zinloos. Ook hier veronderstelt de bruidegom een diepere aanvoeling bij de bruid. In Hooglied 4:2 gaat het om “een kudde pasgeschoren [schapen]”. De nadruk ligt op ‘pasgeschoren’. Het ziet op een pril begin. Hier gaat het om “een kudde schapen”, wat op volwassenheid ziet. Het spreekt ervan dat de Heer Jezus een verandering waarneemt die geestelijke groei aantoont.

Het gaat bij “tanden” om het eten en vermalen van voedsel, zodat het in het lichaam kan worden opgenomen. In figuurlijke zin gaat het om het opnemen en verwerken van geestelijk voedsel, waardoor er geestelijke gezondheid is. De “tweelingen” duiden op geestelijke evenwichtigheid. De “jongen” wijzen erop dat de uitwerking van evenwicht in het geestelijk leven vrucht tot gevolg zal hebben.

Als wij gezond geestelijk voedsel eten, dat wil zeggen dat wij Gods Woord lezen, weten wij wanneer we iets tot bemoediging of tot vermaning moeten zeggen. We weten ook wanneer we tijd aan ons gezin moeten besteden en wanneer we ergens heen moeten gaan. Op elk terrein van ons leven zullen we de verantwoordelijkheden in het juiste perspectief zien en daaraan voldoen. Het een gaat dan niet ten koste van het ander.

Over de “slapen” van de bruid heeft de bruidegom ook eerder gesproken (Hl 6:7; Hl 4:3b). De slapen spreken van het denken, het gedachteleven. Dit is “als een opengesprongen granaatappel”, wat wijst op overvloedige vrucht. Die vrucht is te zien in haar toewijding, waarvan haar “sluier” spreekt.

Als er toewijding aan de Heer is, zal het denken aan Hem ons gedachteleven vullen. De Heer kent onze gedachten. Hij “begrijpt van verre mijn gedachten” (Ps 139:2). Als twee personen van elkaar houden, zijn ze in gedachten steeds met elkaar bezig. Als de liefde verflauwt, verflauwt ook het denken aan elkaar. Dat geldt voor ons denken aan de Heer Jezus en ook voor de echtgenoot of echtgenote.

Ik moet in mijn gedachten altijd rekening houden met wat mijn vrouw van iets vindt. Zoals ik voor God sta, sta ik ook voor mijn vrouw. Wij zijn een eenheid. Dat geldt bijvoorbeeld ook als de man op zijn werk is en zijn vrouw thuis. Wat de man op zijn werk tegen iemand zegt, zou hetzelfde moeten zijn als zijn vrouw erbij was. Dit is een bescherming van het huwelijk en tevens een verdieping ervan. In een betrekking van liefde zijn er geen geheimen voor elkaar.

Copyright information for DutKingComments