Zechariah 10:3

Gods toorn tegen de valse herders

“De herders”, de godsdienstige leiders van Gods volk, zijn misleiders. “De bokken” zijn de burgerlijke leiders en ook het volk dat de valse herders volgt. Al deze leiders zijn huurlingen die geen enkele echte liefde voor de schapen hebben, maar er alleen zelf beter van willen worden (Jh 10:12; Ez 34:1-10). God bezoekt hen met Zijn oordeel.

God, “de HEERE van de legermachten”, neemt het op voor Zijn weerloze, uitgebuite volk. Hij verandert het volk dat Hem toebehoort, de schapen, in paarden (vgl. Hl 1:9). Zo maakt Hij hen tot een instrument in Zijn hand om het oordeel over de omliggende volken uit te voeren (vgl. Zc 9:13). Het toont ook aan dat de macht van Juda niet in henzelf ligt, maar dat zij machtig zijn door God. Hij Die Zelf onbevreesd is, maakt hen onbevreesd. Hij Die Zelf alle macht heeft, geeft hun van Zijn macht om te strijden.

De zorg van God voor Juda zal niet beperkt blijven tot de bevrijding van de onderdrukking van de slechte herders. Hij zal Juda ook veranderen in zegevierende mensen. Dit is de betekenis van het beeld van “Zijn prachtige paard in de strijd”. Het is het beeld van een prachtige en rijkversierde strijdros, zoals een koning gewend is om op te rijden. Dit beeld is net zo tekenend als de omschrijving van Juda en Efraïm als een pijl en boog (Zc 9:13).

Copyright information for DutKingComments