Zechariah 2:7

Oproep om te vluchten

De oproep om uit Babel weg te vluchten (Zc 2:6) sluit aan op het derde nachtgezicht wat de inhoud daarvan betreft, want het gaat om het wonen van God te midden van Zijn volk. Na het derde nachtgezicht is er nu weer directe profetie. Het is een oproep van de profeet zelf aan al de Joden die zich nog in “het land van het noorden”, dat is Babel, bevinden (Jr 6:22; Jr 16:15). De hoofdgroep bevindt zich in Babel, maar het volk is naar alle zijden verstrooid.

Er is slechts een gering aantal Joden uit Babel teruggekeerd onder Ezra en later nog enkelen met Nehemia. Wie in Babel is gebleven, loopt kans te worden omgebracht, want de vijanden die komen, zullen geen onderscheid maken tussen de inwoners van Babel en de gevangenen van Babel (Js 48:20; Js 52:11; Jr 50:8-9; Jr 51:6; 45). Zacharia heeft de geestelijke kracht om hen op te roepen te breken met hun verblijf in dat vreemde land. Ze wonen er nog steeds vanwege de aantrekkelijkheid die dat land voor hen heeft gekregen. Ze zijn zich er thuis gaan voelen.

De profetie komt tot mensen die hun leven volkomen ingericht hebben op een lang verblijf in Babel. Ongeloof, gemakzucht, de onzekere toekomst van Israël, de woestheid van land, stad en tempel, dat alles houdt hen in Babel. De ernst van de toestand maakt dat God hun een tweede kans geeft om alsnog te vluchten voor het zekere oordeel dat Babel zal treffen en naar Jeruzalem te gaan. Elk lid van Gods volk hoort in Jeruzalem.

De oproep geldt in geestelijk opzicht ook voor ons vandaag. Net als toen de meerderheid van Juda in Babel bleef, zo is het merendeel van Gods volk vandaag in slavernij van een kerkelijk, klerikaal, systeem. Het Babel van toen heeft ook zijn betekenis in de kerkgeschiedenis. In Openbaring zien we de ware kerk (Op 21:9-11) tegenover de valse kerk (Op 17:1-6). De valse kerk is de rooms-katholieke kerk, die haar leden met haar valse leringen in slavernij houdt. De oproep klinkt om die slavernij te ontvluchten (Op 18:4; vgl. 2Ko 6:17). Wie dat doet, krijgt de mogelijkheid om op zoek te gaan naar een plaats waar Gods Geest en Gods Woord de ruimte hebben om inhoud te geven aan het gemeente-zijn.

Velen kennen de waarheid van het ene lichaam van Christus, maar slechts weinigen willen gebruikmaken van de genade om die waarheid ook in praktijk te brengen. Daarmee lijken ze op de Joden die in Babel blijven, die wel het wonen in Jeruzalem waarderen, maar toch liever de gemakken van Babel behouden.

De oproep komt tot “Sion” (Zc 2:7), dat zo door God wordt aangesproken om het contrast duidelijk te maken tussen enerzijds wat ze voor God betekenen en waar ze daarom thuishoren, in Israël, en anderzijds waar ze daadwerkelijk wonen, in Babel. Het is niet zo, dat zij tot Sion behoren, maar ze zijn Sion. Daarom is het contrast zo groot met hun wonen in Babel en komt de oproep om te vluchten en zich te redden. Zoals gezegd, wordt de oproep gedaan met het oog op het oordeel dat over Babel komt (Jr 51:6).

Copyright information for DutKingComments