Zechariah 5:3

De tweeledige, algemene vloek

Het is een boek met vervloekingen voor “heel het land” omdat het hele land vol van zonde is. De vloek treft in het bijzonder de leden van Gods volk die dieven zijn en die vals zweren. Niet alle zonden worden opgesomd. Ze worden samengevat in stelen, dat is de zonde tegen de naaste, en een valse eed afleggen, dat is de zonde tegen God. We zien deze tweedeling dan ook in de tien geboden op de twee stenen tafelen van de wet (Lk 10:27). Wie zich aan één gebod schuldig maakt, is schuldig aan alle (Jk 2:10).

Stelen is de overtreding van het achtste gebod (Ex 20:15). Het is een zonde tegen de naaste, maar ook tegen God, want bij elke zonde wordt van Hem gestolen waar Hij recht op heeft. Elk beetje christelijke belijdenis dat niet het werk van God is, is gestolen. We stelen bijvoorbeeld ook van Hem als we tijd die Hem toekomt voor onszelf gebruiken en als we geld dat Hem toekomt voor onszelf besteden. Op deze wijze moeten wij op onszelf toepassen wat op de boekrol staat geschreven.

Vals zweren is de overtreding van het derde gebod (Ex 20:7). Het is een zonde tegen God waarbij Zijn Naam ten onrechte wordt gebruikt en wordt verbonden aan onze eigen zaken. Deze zonde gebeurt als een verkeerde zaak wordt goedgekeurd door de Naam van God eraan te verbinden. Zo is Gods Naam verbonden aan veel zaken in de christenheid die Hij haat en waarover Hij het oordeel, de vloek, zal brengen.

Misbruik van de Naam van de Heer kan ook met betrekking tot het samenkomen tot de Naam van de Heer of in Zijn Naam profetieën uitspreken, zoals ‘zo zegt de Heer’ in de charismatische kringen. Als we belijden in de Naam van de Heer samen te komen, maar we doen dat op sektarische grondslag, betekent het dat we Zijn Naam misbruiken, daar vals bij zweren.

Copyright information for DutKingComments