1 Corinthians 1:23-24

23Doch wij prediken Christus, den Gekruisigde, den Joden wel een ergernis, en den Grieken een dwaasheid;
 een ergernis Namelijk vanwege Zijn geringen en verachten staat in de wereld, overmits zij een machtigen koning in de wereld verwachten, die hen als kleine koningen over anderen zou doen heersen. Zie ook Luk 2:34 .
,
 een dwaasheid; Namelijk dat wij het leven door den dood van een gekruisigden mens zouden verwerven.
24Maar hun, die geroepen zijn, beiden Joden en Grieken, prediken wij Christus, de kracht Gods, en de wijsheid Gods.
 die geroepen zijn, Namelijk niet alleen uitwendig door het Woord, want alzo zijn ook de voorgaanden, die verloren gaan, geroepen; maar ook inwendig en krachtig door den Geest Gods en naar Zijn voornemen; Rom 8:28 , Rom 8:30 en hier vs.26,27.
,
 prediken wij Hierdoor kan verstaan worden, òf de predikatie van Christus, welke tevoren, vs.18, ook de kracht Gods is genoemd; òf Christus zelf, die de macht en wijsheid Gods genoemd wordt, omdat Hij is het uitgedrukte beeld van den persoon des Vaders, door welken Hij Zijn goddelijke macht en wijsheid, in het verlossen des mensen, boven alle dingen heeft betoond, vs.30. Zie Pro 8:1 ; Mat 11:19 ; Luk 11:49 .
Copyright information for DutSVVA