1 Corinthians 11:29

29Want die onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven een oordeel, niet onderscheidende het lichaam des Heeren.
 een oordeel, Dat is, ene schuld of straf. Zie Mat 23:14 ; Luk 23:40 ; Rom 2:3 , en Rom 5:16 , en Rom 13:2 ; Jam 3:1 . Hetwelk verstaan wordt, òf van de eeuwige straffen ten aanzien van de huichelaars; òf van de tijdelijke kastijdingen ten aanzien van de gelovigen, het Avondmaal niet waardiglijk gebruikende, gelijk hierna verklaard wordt vs.30.
,
 niet onderscheidende het Dat is, dewijl hij geen onderscheid maakt tussen het brood des Avondmaals, hetwelk een heilig teken is van des Heeren lichaam, en tussen algemene spijs; en alzo zonder beproeving en eerbiedigheid hetzelve eet, gelijk ander algemeen brood.
Copyright information for DutSVVA