1 Corinthians 11:5

5Maar een iegelijke vrouw, die bidt of profeteert met ongedekten hoofde, onteert haar eigen hoofd; want het is een en hetzelfde, alsof haar het haar afgesneden ware.
 vrouw, die Namelijk die getrouwd is en onder de macht staat van haren man. Zie vs.3. Hoewel de anderen hier niet uitgesloten worden.
,
 bidt of Dat is, die in de vergadering de algemene gebeden, of de uitlegging der profetische schriften aanhoort; want dat ene vrouw openlijk in de vergadering de gebeden zou doen, of de Schrift uitleggen, wordt haar verboden; 1Co 14:34-35 ; 1Ti 2:12 , of die met buitengewone gave van bidden of toekomende dingen te voorzeggen, begaafd zijnde, dezelve in de vergadering zal willen voorstellen, daartoe door een goddelijk ingeven gedreven zijnde. Zie Joe 2:28 ; Luk 2:36 ; Act 21:9 .
,
 onteert haar Of, beschaamt haar hoofd, doet haar hoofd schande aan; namelijk omdat zij door dat teken schijnt te willen ontkennen, dat zij onder den man staat; en ook enigszins dat Christus niet zou zijn het hoofd Zijner gemeente. Zie vs.4.
,
 een en hetzelfde Dat is, van enerlei onbetamelijkheid, namelijk als zij het deksel aflegt, dat gemaakt wordt, dat is, zoveel als zij het natuurlijke deksel aflegde.
Copyright information for DutSVVA