1 Corinthians 12:8-10

8Want dezen wordt door den Geest gegeven het woord der wijsheid, en een ander het woord der kennis, door denzelfden Geest;
 het woord der wijsheid, Dat is, de gave van uitnemend wel te verstaan de goddelijke dingen, en dezelve tot zaligheid en dienst der mensen voorzichtig te kunnen toepassen en gebruiken.
,
 het woord der kennis, Dat is, de gave van wel ervaren te zijn in de Heilige Schrift, en den rechten zin derzelve grondig te verstaan; welke gave sommigen wel hebben, al is het dat zij daarbij niet hebben bekwaamheid om deze kennis, òf anderen mede te delen, òf tot gebruik wel toe te passen.
,
 door denzelfden Geest; Of, naar denzelfden Geest.
9En een ander het geloof, door denzelfden Geest; en een ander de gaven der gezondmakingen, door denzelfden Geest.
 het geloof, Namelijk van wonderen te doen, hetwelk is een bijzonder vertrouwen, dat God hierin ons zal geven, hetgeen wij van Hem in Christus' naam zullen bidden, te boven gaande den loop der natuur. Zie Mat 17:20 ; Act 14:8 ; 1Co 13:2 .
,
 door denzelfde Geest Gr. in denzelfden Geest.
,
 der gezondmakingen Namelijk niet door gewone middelen van medicijnen, maar met een woord, met aanraken of anderszins bij wonder, gelijk Petrus, Act 3:6 , Paulus, Act 28:8 . Zie ook Act 14:3 , en Act 19:11-12 ; Jam 5:14-15 .
,
 door denzelfden Geest; Gr. in.
10En een ander de werkingen der krachten; en een ander profetie; en een ander onderscheidingen der geesten; en een ander menigerlei talen; en een ander uitlegging der talen.
 de werkingen der krachten; Hierdoor wordt verstaan de gave om wonderen te doen, niet alleen tot hulp en dienst der mensen, maar ook tot straf der huichelaars of vijanden van Christus en van Zijne leer. Zie Act 5:5 , in Petrus, en Act 13:11 , in Paulus.
,
 profetie; en een Dat is om toekomende dingen zekerlijk tevoren te zeggen, welke gave gehad hebben Agabus, Act 11:27-28 , en Act 21:10 ; de vier dochters van Filippus, Act 21:9 , of ook om de profetische schriften uit te leggen, tot stichting, vermaning en vertroosting, 1Co 14:3 ; zie Rom 12:7 . Dan, hier schijnt het voor de eerste soort van profeteren genomen te worden.
,
 onderscheidingen der geesten; Dat is, de gave om de oprechte en valse leraars te onderkennen, en de gemeente voor de valse te waarschuwen. Zie 1Jo 4:1 .
,
 menigerlei talen; Gr. soorten van tongen; namelijk die zij niet geleerd hebben, maar die zij door een bijzonder wonder en goddelijke onderwijzing en ingeven kunnen spreken. Zie Mar 16:17 , en Act 2:4 .
,
 der talen Gr. der tongen; dat is, die hetgeen in een onbekende taal geschreven of gesproken was, met een bekende taal duidelijk konden uitleggen en anderen, die dezelve niet verstaan, verklaren.
Copyright information for DutSVVA