1 Kings 11:33

33Daarom dat zij Mij verlaten, en zich nedergebogen hebben voor Astoreth, den god der Sidoniërs, Kamos, den god der Moabieten, en Milchom, den god der kinderen Ammons; en niet gewandeld hebben in Mijn wegen, om te doen wat recht is in Mijn ogen, te weten Mijn inzettingen en Mijn rechten; gelijk zijn vader David.
 nedergebogen Te weten, om aan te bidden.
,
 den god der Sidoniërs, Of, godin.
,
 gewandeld In den weg des Heeren te wandelen is te leven naar het voorschrift van zijn woord, gelijk de navolgende woorden verklaren. Zie 2Ki 21:22; Psa 119:2, en Psa 128:1.
,
 wat recht is Wat recht is in de ogen des Heeren verklaren de volgende woorden, namelijk, hetgeen naar zijn heilig woord en ordinantie, niet naar menselijke instellingen geschiedt; alzo onder, 1Ki 15:5, 11, en 1Ki 22:43.
Copyright information for DutSVVA