1 Kings 12:16

16Toen gans Israël zag, dat de koning naar hen niet hoorde, zo gaf het volk den koning weder antwoord, zeggende: Wat deel hebben wij aan David? Ja, geen erve hebben wij aan den zoon van Isaï; naar uw tenten, o Israël! Voorzie nu uw huis, o David! Zo ging Israël naar zijn tenten.
 Wat deel hebben wij aan David? Vergelijk 2Sa 20:1. De zin is dat zij met het koninkrijk van David niet wilden te doen hebben, omdat zij, naar hun gevoelen, geen voordeel te verwachten hadden. Zij spreken vragenderwijze, om te sterker te loochenen. Zie Gen 18:17.
,
 uw tenten, Dat is, een iedere kere weder naar zijn huis en naar de zijnen.
,
 Voorzie nu uw huis, Dat is, dat hij zorg voor zichzelven drage, en niet voor ons, maar ons met vrede late.
,
 David Zij verstaan de nakomelingen Davids en die hem toegedaan waren; maar hebben hem genaamd, uit verachting, den zoon van Isaï.
Copyright information for DutSVVA