1 Samuel 18:17

17Derhalve zeide Saul tot David: Zie, mijn grootste dochter Merab zal ik u tot een vrouw geven; alleenlijk, wees mij een dapper zoon, en voer den krijg des Heeren. Want Saul zeide: Dat mijn hand niet tegen hem zij, maar dat de hand der Filistijnen tegen hem zij.
 mijn grootste dochter Merab Omdat Saul David niet openlijk durfde doden, en God hem in den krijg bewaarde, zo zoekt hij hem, onder een schijn van liefde en vriendschap, in het net te krijgen en om te brengen.
,
 een dapper zoon, Hebreeuws, een zoon der dapperheid
,
 den krijg des HEEREN Dat is, de oorlogen des Israëlietischen volks, die zij voeren om de eer Gods voor te staan tegen de afgodische heidenen.
,
 zeide Te weten, bij zichzelven in zijn hart.
,
 Dat mijn hand niet tegen hem zij, Dat is, ik zal hem met mijn eigen handen niet doden, maar ik zal hem door de hand der Filistijnen laten omkomen. Dit bedacht Saul daarom, opdat de kwade wil des volks, hetwelk David liefhad, op hem niet vallen zou.
Copyright information for DutSVVA