1 Samuel 25:23-24

23Toen nu Abigaïl David zag, zo haastte zij zich, en kwam van den ezel af, en zij viel voor het aangezicht van David op haar aangezicht, en zij boog zich ter aarde. 24En zij viel aan zijn voeten en zeide: Och, mijn heer, mijn zij de misdaad, en laat toch uw dienstmaagd voor uw oren spreken, en hoor de woorden uwer dienstmaagd.
 zij viel aan zijn voeten Tot een teken van ootmoedige eerbieding. Zie dergelijke 2Ki 4:27.
,
 mijn zij de misdaad, Alsof zij zeide: Straf mij inplaats van mijn man en al die anderen, die gij voorgenomen hebt te straffen.
,
 uw dienstmaagd Dat is, mij.
Copyright information for DutSVVA