1 Samuel 29:6

6Toen riep Achis, David, en zeide tot hem: Het is zo waarachtig als de Heere leeft, dat gij oprecht zijt, en uw uitgang en uw ingang met mij in het leger is goed in mijn ogen; want ik heb geen kwaad bij u gevonden, van dien dag af, dat gij tot mij zijt gekomen, tot dezen dag toe; maar gij zijt niet aangenaam in de ogen der vorsten.
 Het is zo waarachtig Alhoewel Achis een afgodendienaar was, zo zweert hij hier nochtans bij JHWH, den waren God. De Filistijnen hadden de macht des waren Gods wel beproefd, toen de ark des verbonds bij hen was, 1Sa 5. Het kan ook wel zijn dat Achis door den langen omgang met David enige kennis van den waren God heeft gehad.
,
 dat gij oprecht zijt, Dat is, ik houd u voor een oprechten en getrouwen dienaar.
,
 uw uitgang en uw ingang Dat is, uw handel en wandel, uw regering en beleid van zaken staan mij zeer wel aan. Zie Num 27:17.
,
 aangenaam in de ogen der vorsten Hebreeuws, goed.
Copyright information for DutSVVA