1 Thessalonians 4:17
17Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen. ▼▼ opgenomen Gr. gerukt, getrokken; namelijk nadat zij zullen veranderd en Zijn verheerlijkt lichaam in een ogenblik tijds gelijkvormig gemaakt zijn;
1Co 15:51;
Phi 3:20,
Phi 3:21.
,
▼▼ in de wolken Die namelijk als een wagen zullen zijn, waardoor zij tot Christus in de lucht opgevoerd zullen worden, gelijk van Elia gezegd wordt,
2Ki 2:11, en van Christus zelf,
Act 1:9.
,
▼▼ in de lucht Namelijk waar Hij Zijn gericht zal houden, voor de ogen aller mensen, die door de engelen zullen bijeengebracht zijn tot Zijne rechter-en tot Zijne linkerHand. Zie
Mat 25:31, enz.;
Rev 1:7.
,
▼