2 Kings 19:32-35

32Daarom zo zegt de Heere van den koning van Assyrië: Hij zal in deze stad niet komen, noch daar een pijl inschieten; ook zal hij met geen schild daarvoor komen, en zal geen wal daartegen opwerpen. 33Door den weg, dien hij gekomen is, door dien zal hij wederkeren; maar in deze stad zal hij niet komen, zegt de Heere. 34Want Ik zal deze stad beschermen, om die te verlossen, om Mijnentwil, en om Davids, Mijns knechts wil.
 om Mijnentwil, Dat is, opdat mijn naam bekend, geprezen, geëerd en gevreesd worde. Vergelijk Pro 16:4; Isa 48:9, Isa 48:11; Eze 36:21-23.
,
 om Davids, Zie 1Ki 11:12.
35Het geschiedde dan in dienzelven nacht, dat de Engel des Heeren uitvoer, en sloeg in het leger van Assyrië honderd vijf en tachtig duizend. En toen zij zich des morgens vroeg opmaakten, ziet, die allen waren dode lichamen.
 leger van Assyrië Versta, Sanheribs leger, dat voor Libna lag, [of naar sommiger gevoelen, in optocht was naar Jeruzalem], boven, vs.8, waar Rabsake weder tot hem kwam, zonder Jeruzalem te belegeren, gelijk God beloofd had, vs.32. Vergelijk Isa 37:33, Isa 37:36.
,
 zij zich des morgens Namelijk, de koning van Assyrië en zijn raadsheren.
,
 die allen waren dode lichamen Te weten, die van den engel geslagen waren.
Copyright information for DutSVVA