2 Kings 23:2

2En de koning ging op in het huis des Heeren, en met hem alle man van Juda, en alle inwoners van Jeruzalem, en de priesters en de profeten, en al het volk, van den minste tot den meeste; en hij las voor hun oren al de woorden van het boek des verbonds, dat in het huis des Heeren gevonden was.
 alle man van Juda, Versta, de voornaamsten.
,
 profeten, Sommigen verstaan door dezen: Jeremia, Zefanja en Uria; die in dezen tijd geleefd hebben. Anderen de discipelen der profeten, of de schriftgeleerden en ervarenen in de wet des Heeren.
Copyright information for DutSVVA