2 Samuel 22:7-8

7Als mij bange was, riep ik den Heere aan, en riep tot mijn God; en Hij hoorde mijn stem uit Zijn paleis, en mijn geroep kwam in Zijn oren.
 Zijn paleis, Dat is, uit den hemel, vanwaar Hij de volgende wonderen tot Davids verlossing beschikte. Anders, tempel; dat is, tabernakel. Zie Psa 5:8.
,
 kwam Dit woord is hier ingevoegd uit Psa 18:7.
8Toen daverde en beefde de aarde; de fondamenten des hemels beroerden zich, en daverden, omdat Hij ontstoken was.
 daverde en beefde de aarde; Dit is een figuurlijke beschrijving van aardbeving en schrikkelijke stormen, waardoor God, van David aangeroepen zijnde, voor hem en zijn volk tegen de vijanden gestreden heeft. Vergelijk Jdg 5:20-21; Psa 29:5-7, enz., en Psa 144:5-7; van fondamenten, pilaren en krachten des hemels, zie Job 26:11.
,
 Hij ontstoken was Hebreeuws, omdat hem ontstoken was; te weten, de toorn.
Copyright information for DutSVVA