Acts 6:5

5En dit woord behaagde aan al de menigte; en zij verkoren Stefanus, een man vol des geloofs en des Heiligen Geestes, en Filippus, en Prochorus, en Nicanor, en Timon, en Parmenas, Nicolaus, een Jodengenoot van Antiochië;
 dit woord behaagde Of, deze zaak. Hebreën.
,
 al de menigte; Grieks voor al de menigte.
,
 zij verkoren De verkiezing geschiedde door de gemeente, en de instelling door bevestiging bij de apostelen, vs.6.
,
  Stefanus Deze naam, alsook de zes volgende, zijn allen Griekse namen; waaruit enigen besluiten dat om de klachten van de Grieksen te beter weg te nemen, goedgevonden is de diakenen te verkiezen uit de Griekse Joden.
,
 des geloofs Of, getrouwheid, die in dit ambt voornamelijk vereist wordt.
,
 Filippus, Van dezen zie breder Hand. 8, 21.
,
  Nicoláüs, Sommige oude leraars menen dat deze is geweest dezelfde Nicolaus, waarvan men leest Rev 2:15 ; doch dit is onzeker.
,
 een Jodengenoot Grieks Proselytos; dat is, een aankomeling uit de heidenen tot den Joodsen godsdienst. Zie Mat 23:15 .
Copyright information for DutSVVA