Colossians 1:19

19Want het is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou;
 des Vaders Dat is, van God Zijn Vader, van denwelken Hij ook in de volgende verzen spreekt. Zie 2Co 5:18.
,
 al de volheid Namelijk van alle geestelijke gaven en heerlijkheid, namelijk niet alleen om dezelve voor zich te bezitten, maar ook om al den leden, naarmate Zijner gaven, die mede te delen. Zie Joh 1:14, Joh 1:16, en Joh 3:34-35; Eph 4:7, enz.
Copyright information for DutSVVA