Colossians 4:11

11En Jezus, gezegd Justus, welke uit de besnijdenis zijn; deze alleen zijn mijn medearbeiders in het Koninkrijk Gods, die mij een vertroosting geweest zijn.
 Justus, Van dezen zie Act 18:7.
,
 welke uit de besnijdenis Dat is, uit de Joden.
,
 deze alleen zijn Namelijk uit de Joden; want uit de Grieken waren er veel meer, gelijk uit deze groetenis zelve blijkt; maar uit de Joden waren er velen, die Paulus wederstonden; Act 28:24, enz.
,
 in het Koninkrijk Dat is, in den dienst des Evangelies, waardoor het rijk Gods, zo der genade als der heerlijkheid van de profeten beloofd onder den Messias, wordt bevorderd. Zie Mat 4:23; Mar 4:11.
Copyright information for DutSVVA