Deuteronomy 1:7

7Keert u, en vertrekt, en gaat in het gebergte der Amorieten, en tot al hun geburen, in het vlakke veld, op het gebergte, en in de laagte, en in het zuiden, en aan de havens der zee; het land der Kanaänieten, en den Libanon, tot aan die grote rivier, de rivier Frath.
 het gebergte Beginnende bij de bergen Horeb en Sinaï, en voorts strekkende noordwaarts tot aan Kades-Barnea, bij de grenzen van Seïr en Kanaän, naar uitwijzen der kaart.
,
 der Amorieten, Hebreeuws, van den Amorieter en tot al zijne geburen; dat is, naastgelegen plaatsen.
,
 in het zuiden, Dit ziet op de palen des beloofden lands, tegen het zuiden, westen, noorden en oosten. Vergelijk Num 34:2. Maar niettegenstaande dit bevel, zo zouden de wederspannigen evenwel in dit land niet komen; onder, vs.35. Het gebergte Libanon wordt dikwijls in de Schrift vermeld, gelegen aan de noordergrenzen van Kanaän.
,
 Frath Dat is, Eufraat. Zie daarvan Gen 2:14, en Gen 15:18.
Copyright information for DutSVVA